Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2014 tonen

Wie niet horen wil, moet maar voelen

"Als jullie nu niet luisteren, gaan we een spelletje doen", schreeuwde de leerkracht met een dreigende stem. De kinderen hoorden hem niet eens. Het was storm, buiten, maar ook in hun hoofd. De leerkracht haalde demonstratief een stopwatch uit zijn borstzakje en legde uit dat de les pas zou starten, wanneer de kinderen gedurende 1 minuut stil bleven zitten en hun mond hielden. "Jullie moeten leren luisteren", zo lichtte hij het doel van zijn spel toe. Dat in de ogen van de kinderen natuurlijk helemaal geen leuk spel was. Maar dat maakten ze er wel van: iedere keer als de minuut bijna om was, besloot er eentje te giechelen, liet een scheet of fluisterde iets in het oor van een ander. Waar de anderen weer op reageerden. En zo kropen de minuten voorbij.   In gedachten ging ik terug naar de avond hiervoor. Ik had met een stel vrienden afgesproken in de stad. Kaasfonduen en wijn drinken. Dat deden we al jaren. In de begintijd gingen de gesprekken nog over werk en

De wereld op zijn kop

Dit keer een bijdrage van zoon Jerome (11 jaar) die een grappige spreekbeurt mocht voorbereiden op school... Stel je voor: alles op zijn kop. Regendruppels vallen omhoog. De mensen lopen op de wolken en houden paraplu's voor hun billen. Van de regen word je niet nat, maar droog je op. Mensen zijn daarom dolblij als het regent en mopperen nooit. Baby's worden groot geboren en krimpen tot volwassenen. De baby's worden geboren uit hun graf. De steen wordt opgetild en hoera, daar is hij dan eindelijk. Of: jammer daar is er weer een. De volwassenen gaan dood in hun vaders buik. Meesters zijn leerlingen en leerlingen zijn meesters. De meesters hebben geen zin in school. De leerlingen delen huiswerk uit en de meesters komen het nooit terugbrengen. En als ze het niet terugbrengen dan krijgt de meester een kruisje achter zijn naam. Na twee kruisjes krijgt hij een slecht rapport en geen huiswerk meer. Zijn kinderen worden dan gebeld. Planten groeien naar het donker. Het ziet

Liever lui dan moe

“Wat is er?” Met hangende schouders kwam zoon Jerome aansjokken uit de kleedkamer van de voetbal. “Niets”, mompelde hij met een zachte stem en toen ik hem van opzij bekeek zag ik een grote traan over zijn wangen lopen. Ik besloot maar even te zwijgen. Terwijl we naar de auto liepen, kwam een teamgenoot van hem op een holletje achter ons aan. Hij sloeg een arm om de schouder van Jerome en vroeg: “He, gaat het?” “Ja hoor”, wist Jerome nog uit te brengen, en hij dook snel in de auto. Terwijl hij zijn boterhammen achterover werkte en we naar huis reden kwam het verhaal er uit. Hij had nu al twee weken corvee bij de voetbalclub, met nog drie andere jongens. En al twee weken had hij in zijn eentje de ballen opgepompt, de kleedkamer aangeveegd en de pionnetjes van het veld gehaald. “En de anderen dan?”, vroeg ik met een verontwaardigde stem. “Ja, die moeten snel naar huis, naar de fysiotherapeut, met de bus mee, vergeten het of hebben er geen zin in.” somde hij op. In mijn herinneri

Minder is meer

"Ze hebben er zin in!", vertelde de oma met een glimlach op haar gezicht terwijl haar twee kleinzonen langs mij heen de yogaruimte inrenden. De matjes - die keurig naast elkaar lagen - werden gebruikt als hindernissen. En met een verhit gezicht renden de jongemannen rond. Ik nodigde ze met een zo kalm mogelijke stem uit om plaats te nemen op hun yogamatje, net als de andere kinderen. Ze konden geen minuut stilzitten en ik voelde bij mij, maar ook bij de andere kinderen de spanning toenemen. "Ik ga naar de wc", meldde de eerste jongeman met een luide stem, terwijl we net waren begonnen met de stilte oefening. "Ik ook!", riep zijn jongere broer, die eerst even mijn reactie afwachtte. Ze renden de gang door op zoek naar de wc, en bleven een tijdje weg. "Wat zijn jullie nu aan het doen?", vroeg de een bij binnenkomst terwijl we de yogagroet deden. En zonder mijn antwoord af te wachten kwam er al weer een volgende vraag: "Wanneer begint de echt

Help, ik heb twee pubers in de tent

  "Angela, gaan we zo zwemmen?" Het was half tien ’s morgens, de tweede dag van het vakantiekamp en we hadden net het programma voor de dag doorgenomen. “Eens even kijken, volgens mij hadden we afgesproken dat we dit in de middag zouden gaan doen, als het wat warmer is." "Maar je had het beloofd, wij willen nu zwemmen." In mijn gedachten ging ik terug naar alle beloftes die ik had gedaan, maar daar zat deze niet bij. Ik besloot voet bij stuk te houden . "Ja maar, Wij vinden   het niet eerlijk, we willen gewoon nu zwemmen." De twee “mannen” dropen af en gingen een potje tafelvoetballen.   “Mannen”, noemden we ze vanaf de eerste dag. Ze waren al echte tieners en de oudste mannelijke deelnemers van het kamp. ‘s Ochtends kwamen ze steevast wat later binnen. Ze hadden zich verslapen of waren druk bezig met het stylen van hun haar in het toiletgebouw.   De mannen hielden er van om grenzen op te zoeken en de discussie aan te gaan, die altijd begon

Kuthoer, ik haat je

"Ik ga niet douchen', krijste de jongeman over de camping. “Max, ik hoor wat je zegt, maar je gaat nu douchen. Je bent hartstikke vies en zo ga je niet naar bed.”, antwoordde zijn moeder met een kalme stem. “Neeeeeeeee”, schreeuwde hij terug. “Kuthoer, ik haat je.” “Max, ik wil dat je nu even mee gaat naar de tent en ik wil niet dat je zo schreeuwt.” Max  begon te krijsen. "Max, je kunt nu kiezen of je zelf mee komt, of dat ik je meesleep.” “Kuthoer, kuthoer, kuthoer, ik wou dat je dood was”, was het antwoord van Max. Die inmiddels rood was aangelopen. “Max, ik tel tot drie: 1, 2, 3.” Hij was amper 9 jaar oud en in zijn gezicht zag je al heel veel boosheid. Hij was absoluut niet van plan om het campingvoetbal te laten schieten voor de verplichte avonddouche. 'Max, nu is het genoeg geweest', zei zijn moeder met een kalme stem. En toen ze hem meesleepte naar de tent was de woede van Max gegroeid tot grotere proporties. De plastic jerrycan met water liep wat

Holland has got talent

  “Op een houten bruggetje, zat een krokodilletje. Iedereen die langs liep, beet hij in zijn billetje. Stoute, stoute krokodil,, mag niet bijten in mijn bil. Zal politie halen, billetje betalen.” Daar stond ze, amper 4 jaar oud, voor het campingpubliek tijdens de talentenjacht, die de kinderen zelf hadden georganiseerd. Ze had een zware stem, keek recht voor zich uit, met een vinger in haar mond en aan het eind wierp ze een glimlach naar de jury. Die enthousiast reageerde met “tingelingelingeling”. Ze hadden afgesproken dat dit betekende dat ze het goed vonden. “Eeeeeuuuuummm”, was een teken van afkeuring en betekende het einde van de talentenjacht voor de kandidaat.   Er bleek veel talent rond te lopen op deze camping in Zuid-Frankrijk. En niet alleen bij de kinderen. Zo was er Margo van 16 die prachtige foto’s van paarden en honden kon maken en die vervolgens ging bewerken in Photoshop. Onze eigen hond Saar mocht bij haar op fotosessie. En dan was er Melissa die in de namid

Hoera, oma is dood

Verrast keek ik mijn dochter aan. Ze was uit school thuisgekomen om een boterham te eten, en ik besloot meteen maar met de deur in huis te vallen:"Oude oma is vanochtend overleden." Het bleef even stil en aan haar serieuze gezicht zag ik dat ze  de boodschap liet bezinken. Waarna ze dus riep: "hoera!" Alleen kinderen en dronken mensen spreken de waarheid, zei mijn vader toen ik hem de volgende dag de reactie van zijn kleindochter vertelde. En ze hadden allebei hartstikke gelijk. Dan kom je toch niet meer? Ze had het goed aangevoeld. Oma was de afgelopen jaren dan ook niet echt blij met haar leven, misschien was de dood wel een opluchting voor haar. Ze was doof, bijna blind, kwam het huis niet meer uit en slikte per dag twee handen vol met medicijnen. Zo kenden mijn kinderen haar. Als we kwamen, hadden we moeten bellen, waren we te vroeg (of te laat!), deed ze soms net of de kinderen er niet waren, vertelde ze wie er allemaal was overleden en mopperde ze over de

Het is moeilijk bescheiden te blijven

"Met wie heb jij nog iets goed te maken?", was de vraag die op mijn kaartje stond. We deden in de Ojee is okeles het Lef-spel. Je mag dan kiezen of je een vraag naar waarheid gaat beantwoorden of dat je een opdracht gaat doen, die je eigenlijk niet durft. "Geef een medespeler een kus", is een van de beruchte kaartjes waar je als 12-jarige niet op zit te wachten. Of misschien toch wel. Mijn vraag was dit keer wel heel relevant, zo vertelde ik de kinderen. "Ik ben gistermiddag heel boos geworden op een jongen uit de les. Zo boos dat ik bijna ontplofte." Verbaasd keken een paar kinderen mij aan. Dat konden ze zich waarschijnlijk niet bij mij voorstellen. En ik vertelde over hoe hij over mijn grens ging, dat hij brutaal was geweest en andere kinderen pijn deed. Was ik uitgeleerd? Een paar weken hiervoor, zat ik in de tuin van een vriendin een kopje thee te drinken. Ik had vlak daarvoor Rots en Waterles gegeven en was nog aan het nagenieten. "Maar he

Kan een bisschop voetballen?

“Barbarabarabarara….” Geknield, met zijn handen keurig gevouwen voor zijn borst, te midden van zo'n 60 monniken, zat daar de bisschop. De monniken murmelden wat mee en de mijter van de bisschop stond scheef op zijn hoofd. Onder zijn gewaad ontdekte ik mijn eigen oranje gestreepte sokken. Ik had het gevoel dat ik in een Middeleeuws klooster terecht was gekomen. Het klooster bleek bij nader inzien de gymzaal te zijn en de bisschop mijn eigen zoon Jerome. Toen onze kinderen twee weken voor dit gedenkwaardige moment, mij vertelden dat ze een rol hadden in het schooltoneelstuk van Joris en de draak, kon ik met moeite een glimlach onderdrukken. Dochter Rosalie kreeg de rol van berentemmer en zoon Jerome zou de bisschop zijn. Ze hadden allebei de rol die op hun lijf geschreven stond. Rosalie temde weliswaar geen beren in het echte leven, maar wel honden en paarden. En Jerome was al op jonge leeftijd zeer nieuwsgierig naar religie. Zeker toen hij na een bezoekje aan de plaatselijke

Mijn dochter heeft geen hartje gehad

“Kunt u mij terugbellen. Ik wil u even spreken over de eerste Rots en Waterles die mijn dochter bij u heeft gevolgd.” Ik hoorde aan de toon dat dit een leerzaam gesprek kon worden. Voor mij. En besloot er eens even voor te gaan zitten. De moeder nam direct op en stak van wal. "Mijn dochter kwam gisteren heel verdrietig thuis, want ze had geen hartje gehad aan het einde van de les. Ze was ontroostbaar. Wat gaat u daar aan doen?", werd er aan toegevoegd. Omdat ik je zo mooi vind Deze dochter was onrecht aangedaan, en haar moeder ook. En ik besloot eerst maar eens uit te leggen waar het "hartjesritueel" voor dient. Aan het eind van de les, rammel ik met mijn hartjesdoos waarin de hartjes (snoepjes met een tekst erop) in zitten. Waarna ik de vraag stel wie er volgens de kinderen vandaag een hartje heeft verdiend. En waarom? De antwoorden zijn vaak hartverwarmend: "Omdat ik je zo mooi vind", "Omdat je me geholpen hebt terwijl ik het eigenlijk niet durfd

"Misschien kan hij naar het VMBO?"

  “Ik ben heel tevreden over je kinderen”, was de conclusie van de meester tijdens het 10-minutengesprek. Vader Erwin was dat duidelijk niet, toen meester suggereerde dat zoon Jerome wellicht volgend jaar naar het VMBO zou kunnen. “Ja, hij is een intelligente jongen, maar aan zijn toetsresultaten is niet te zien dat hij naar de HAVO of het VWO zou kunnen”, vertelde de meester, al schuifelend op zijn stoel. Hij voelde waarschijnlijk ook wel aan dat er iets niet klopte. “Misschien dat de NIO-toets een ander beeld laat zien?”, suggereerde de meester nog. Bij thuiskomst gingen we dit eens met elkaar verkennen. Voorop stond dat onze kinderen naar de vervolgopleiding kunnen die het beste bij ze past en die ze kan helpen om datgene te bereiken wat ze willen. Of dat een VMBO of een VWO is, maakt niets uit. Meester had wel gelijk: Jerome had een lage score op zijn spelling en zijn zuster was geen rekenwonder, maar bleek wel uit te blinken in begrijpend lezen. En dat zijn de resultaten waar

Een beetje verliefd

“Wie van jullie heeft wel eens vlinders in zijn buik gehad?” Voorzichtig stak een meisje in de yogales haar vinger op. Ja, dat was al weer een tijd geleden, maar ze kon zich nog wel herinneren hoe dat voelde. Ze had geen honger meer, dacht veel aan hem, was op school aan het dagdromen, maar had ook het gevoel dat ze de hele wereld aankon. Ik vertelde over de eerste verliefdheid van mijn zoon. Hij was vier en zijn buurmeisje van vijf zag hem niet eens staan. Zeker niet toen hij haar in de speeltuin vol bravoure durfde te vertellen dat hij wel een heel grote piemel had. Luisteren naar je hart Het gesprek ging verder in de les: hoe voel je dat de ander ook iets met jou wil? Dat was simpel: je luistert toch naar je hart. Want als je naar je hoofd zou luisteren of je buik, dan zou je misschien met iemand gaan omdat hij een brommer heeft. Of omdat al je vriendinnen het al een keer hebben gedaan en je denkt dat het zo hoort. Of omdat hij het aan je vraagt. Ik vertelde de kinderen

Ik kan het (nog) niet

Gehaast kwam ze binnen rennen: dochter Rosalie. Het was maandagmiddag en dat betekende: paardrijles! Terwijl ze samen met haar vriendinnetje aan tafel zat, meldde ze me tussen neus en lippen door: "Mam, ik moest heel hard huilen in de klas." Ik hoorde de bibber in haar stem, maar reageerde niet direct. Waarop haar vriendinnetje aanvulde: "Echt heel erg hoor, ze kon niet eens meer ademhalen." Er viel een verwachtingsvolle stilte. "Ooh", zei ik. En Rosalie vertelde over wat er die ochtend was gebeurd. Ze hadden rekenen en meester had haar een vraag gesteld. ze wist het antwoord opeens niet meer, kreeg het benauwd en moest toen dus heel hard huilen. "Meester begreep het", voegde ze er aan toe en ik besloot het even te laten rusten. Ik kan niet rekenen 's Avonds bij het naar bed gaan, vertelde ik over al die keren dat ik het antwoord even niet meer wist. Vroeger op school, maar ook nu heb ik nog wel eens een black out. Het  lijkt wel of mijn h

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Kinderen hebben weinig speelgoed nodig

Het was 7 graden onder nul en wij hadden besloten om de kerstvakantie door te brengen op Terschelling. Zonder auto, waardoor de hoeveelheid bagage was geminimaliseerd en dus zonder speelgoed voor de kinderen. “Maar waar moeten we dan mee spelen?”, was een terechte vraag. Kun je als kind alleen nog maar spelen met speelgoed of zijn er ook andere materialen dat als speelgoed kan dienen? En wat is spelen eigenlijk?   Een kleurplaat kun je inkleuren Spelen is niets meer of minder dan leren en ontdekken, volgens spelregels of helemaal vrij, met gesloten materiaal of open. Het speelgoed van deze tijd is vaak “prefab”, het is ontworpen om er met een bepaald doel mee te spelen. Met games kunnen je spelletjes doen. Een kleurplaat kun je inkleuren. Iedereen die voor zijn kind een doos lego koopt, ontdekt dat het kind eenmaal het lego bouwt volgens de tekening, het drie dagen laat staan en vervolgens het afbreekt en het nooit meer zo maakt. De bouwstenen worden gebruikt om allerlei andere

De perfecte opvoeder

Ik wil het beste voor mijn kinderen. Dus toen ze afgelopen week jarig waren organiseerde ik twee feestjes, een pannenkoekenpartij en zelfgemaakte traktaties mee voor naar school. Want een tweeling geef je ieder een eigen feestje en het is mijn eer te na om dit niet zelf te organiseren. Met kinderen werken is immers mijn vak. En een pannenkoekenpartijtje is veel leuker dan met elkaar koffie drinken en taart eten. En als traktatie op school zijn muisjes van vilt, waarin een kaasstengel zit verstopt echt leuker dan een zakje chips. De meetlat ligt hoog en kan kom je jezelf tegen: twee dagen na alle partijtjes was het in mijn rug geschoten en kon ik me nauwelijks meer bewegen.   Wanneer is goed genoeg? Er is geen diploma nodig om kinderen te krijgen en op te voeden. En zeker bij een eerste kind is er veel onzekerheid. Uit mijn onderzoek naar opvoedingsondersteuning (zie nieuwsbrief januari ) blijkt dat vragen waar ouders mee zitten vaak liggen op het gebied van ontwikkeling, moeilij

Sneeuwwitje wil niet luisteren

“Sneeeeeeeuuuuuuuuuw”, snerpte de stem van de paardrij-juf door de manege. Sneeuwwitje weigerde door te lopen achter de andere pony’s aan langs de rand van de bak. Het meisje van nauwelijks 6 jaar dat op haar rug zat, probeerde van alles met haar hakken, een tikje met de zweep, aanmoedigen en wat aaien over de schouders. Maar wat echt hielp was de stem van de paardrij-juf: er kwam weer beweging in.   Belonen en straffen Het deed me terugdenken aan die keer dat ik voor de klas stond en het mij absoluut niet lukte om de groep onder controle te krijgen. Ik had mijn programma, dat afgewerkt moest worden binnen het uur en probeerde me daar krampachtig aan vast te houden. Ik strafte een aantal kinderen: ze werden er uitgestuurd. En ik beloonde er ook een paar: de kinderen die in ieder geval hun mond konden houden, kregen van mij alle aandacht.   Kinderen als lastige pionnen Maar wat ik op dat moment vergat, was mijn eigen houding. Zag ik deze kinderen nog wel als kinderen, of al

Michael en Cindy zijn dood

Michael en Cindy zijn dood. Cindy is het hondje van opa en oma. Mijn kinderen zijn samen met haar opgegroeid, hebben met haar leren lopen en zorgden er de laatste maanden voor dat haar oogjes werden schoongemaakt. Cindy was blind en doof geworden, liep overal tegenaan, gromde een beetje als de kinderen binnen kwamen en was echt niet meer het schattige schoothondje van weleer. Toen het bericht van haar inslapen kwam vroeg mijn dochter of wij dan het huisje van Cindy mochten hebben voor de katten en mijn zoon speelde onverstoorbaar door met zijn lego.   Hij is er niet meer Een rouwproces – ook bij het overlijden van een huisdier of bij een echtscheiding van ouders – bestaat uit verschillende fasen. Zowel voor kinderen als volwassenen. Het begint bij het onder ogen zien van de realiteit: hij is er echt niet meer. Dan volgt het ervaren van de pijn van het verlies. Vervolgens is het belangrijk om de relatie met de gestorvene om te vormen naar een herinnering. Opeens is er dan een omg

Kabouter Wipneus verslaat de WII

“Sorry juf, dat ik te laat ben, ik was aan het WII-en”. Met een verhit hoofd staat de jongeman van 10 voor me en niet begrijpend keek ik hem aan. “Wieden?” “Nee, spelen op mijn spelcomputer”.   Dan ga ik bij papa wonen Ik moest er aan denken afgelopen zomer op de camping. De tenten stonden wat dicht tegen elkaar en de gesprekken waren woord voor woord te verstaan. Buurjongen Marijn (8 jaar) had zijn Nintendo meegenomen en wilde eigenlijk de hele dag in de tent ermee spelen. Maar zijn moeder was het er niet mee eens en er stond een verhitte discussie die eindigde met een van de grootste dreigementen die een kind kan uiten: “Dan ga ik bij papa wonen.”   De virtuele leefwereld De jeugd groeit op in een nieuwe wereld, die bestaat uit gaming, i-pods, internet, mobieltjes en sociale netwerken. Een wereld die wij volwassenen lang niet zo goed kennen en waarbij het dus lastig wordt om ze daarin op te voeden. Neem je ze in bescherming voor de gevaren van internet en de verslavende

Het is (niet) erg

Wat onwennig zat Jerome, onze zoon van 6 jaar, in de stoel bij de oorarts. Op school was gebleken dat hij niet goed kon horen, dus moest er nu uitgebreid onderzoek worden gedaan. Hij luisterde naar wat piepjes op de koptelefoon en moest op een knopje drukken als hij het piepje hoorde. De arts probeerde hem gerust te stellen als hij een piepje miste: “Het is niet erg.” En als hij het piepje wel had gehoord zei zij: “Wat knap van je!”   Taal in de communicatie De taal in de communicatie met kinderen is erg belangrijk. Wat gebeurt er wanneer je iets gaat doen, wat je nog nooit hebt gedaan en iemand zegt tegen je: “Het is niet erg.” Precies, kinderen pakken het woord erg op. Blijkbaar is er iets wat erg zou kunnen zijn en probeert deze mevrouw mij te vertellen dat het van haar niet hoeft.   Je hoeft niet bang te zijn Een ander belangrijk aspect wat meespeelt in de communicatie is wat je voelt. De emoties (van anderen) die kinderen voelen in een boodschap zijn vaak nog sterker

Er slaapt een draak onder mijn bed

Als je 3 jaar bent, weet je zeker dat er draken onder je bed slapen. Als je ouder wordt komen daarvoor andere angsten in de plaats. Zo ontdekte ik tijdens een Rots en Waterles afgelopen week hoe kinderen met hun angst omgaan. In dit geval voor een oefening waarbij ze zouden kunnen vallen. We stonden in een kleine kring en er mocht een kind in het midden staan en zich langzaam om laten vallen, zodat hij door de kring opgevangen zou worden. Een mooie oefening om te leren sterk te staan en aan (zelf)vertrouwen te werken.   Dat doe ik niet Er waren drie kinderen in de groep die zeiden: dat doe ik niet. Ieder op zijn eigen manier. Zo was er een meisje dat zich onzichtbaar maakte, een jongetje die heel stoer zei dat hij het een stomme oefening vond en een jongen die zei: “Ik ben bang om te vallen.” Een mooi aanknopingspunt om onze emotie te onderzoeken. Want wat voel jij als je bang bent en wat doe je dan? Fight or Flight, vechten of vluchten zijn de opties. Kies je ervoor om je angst