Aan het eind van de yogales bleef hij altijd nog even hangen. Hij treuzelde met het opdrinken van zijn kopje thee of zat te rommelen met zijn yogamatje. En wilde me dan ook nog iets vragen of vertellen. Dit keer bleek ik dus giraffen-oren te hebben, volgens zijn moeder dan. “Mmm, dat is me nog niet eerder opgevallen, toen ik vanmorgen in de spiegel keek”, en ik keek hem aandachtig aan. “Wat zal ze daarmee bedoelen?” En hij begon te vertellen over de cursus geweldloze communicatie die zijn moeder volgde, waarin ze had geleerd te reageren als een giraf of als een jakhals. “Zo, dus ik heb giraffen-oren!”, besloot ik haar een paar dagen later te mailen. Ik was benieuwd hoe zij dat zag. Haar antwoord liet even op zich wachten. “Tijdens de yogales bij het uitdelen van de appeltaart vond ik zo mooi hoe jij reageerde naar het jongetje dat zo graag nog een stukje appeltaart wilde. ‘Ik kan jou nog een stukje geven, maar dat betekent dat iemand anders geen stukje heeft. Het is een keuze.’ To