“Ja Angela, met Kees hier, ik bel je even over het volgende…” Het was zaterdagochtend 9 uur en Kees, de beheerder van de ruimte waar ik op zaterdag les geef, hing aan de telefoon. “Ik wil geen zeurpiet zijn, maar vind toch dat je moet weten dat iemand jouw naam op de muur heeft geschreven, met pen.” Vervolgde hij zijn verhaal. “Het is vast een fan van je.” Ik overwoog wat te doen en vroeg hem om het nog even niet weg te poetsen, dan zou ik het die middag met de groep kinderen kunnen bespreken. “Oke, dat komt wel goed. Vat jij hem maar eens flink in zijn kraag”, sloot hij het gesprek af. “Mijn cijfer is vandaag een 8, want ik heb gevoetbald en we hebben gewonnen.” “Mijn cijfer is een 7, want het is lekker weer.” We startten de rots en waterles met een kringgesprek, zoals altijd. Om even te kijken hoe de vlag ‘er bij hangt’. Ik vertelde dat mijn cijfer een drie was en dat dit alles te maken had de muur waarop mijn naam was geschreven. Het gemurmel verstomde en ik had alle aandach