“Gewoon stil blijven liggen”, fluistert man Erwin zachtjes
in mijn oor. Ik stop mijn hoofd onder de dekens, maar hoor nog steeds de
driftige krabbewegingen van Saar de hond tegen de slaapkamerdeur. Ze is al lang
wakker en vindt dat het tijd is voor ons om ook maar eens wakker te worden. Ik
heb de neiging om zuchtend uit bed te kruipen en de deur voor haar open te
doen, maar besluit mijn aandacht te richten op de vogeltjes die voor ons
slaapkamerraam aan het tjilpen zijn. En warempel: Saartje druipt af. Ik besloot
die week vaker “te doen door niets te doen”.Thuis en in de lessen. Door zoveel mogelijk "te zijn". En kan het
iedereen aanraden!
En daarbij werd ik geïnspireerd door verhaal van Ming en Tibbe. Een
prachtig prentenboek over wat je nog kunt geven aan iemand die alles al heeft. De
kinderen en hun ouders in de Eigenwijz-les luisterden ademloos toe. Ming ging
namelijk op zoek naar “Niets”, maar waar vind je “niets” in een wereld vol “iets”.
“Er is niets op tv…”, maar toen Ming hem aanzette, zag hij alleen maar
bewegende beelden. “Er is niets leuks te koop in de winkel”, en Ming zag
schappen vol spullen. “Ik heb niets te doen”, hoorde hij iemand verzuchtte,
maar diegene was vooral druk bezig. Hij besloot een doos te kopen en daar niets
in te doen. Tibbe was dolgelukkig met dat “niets”, want het bleek “iets” te
zijn: hun vriendschap. En samen gingen ze stil genieten van dat “niets”. Wij
deden dat ook in de les met de ouders en kinderen. Stil zitten net als Ming en Tibbe, we hielden elkaars handen
vast, sloten onze ogen en genoten van helemaal niets.
“Juf, ik heb een wrat onder mijn voet." Strompelend kwam hij
de Rots en waterles binnen. Ik luisterde naar zijn verhaal, maar besloot er
niets mee te doen. Gewoon afwachten. Na 5 minuten was hij zijn wrat vergeten en
deed hij lekker mee met de andere kinderen. Datzelfde gebeurde ook jaren
geleden. In de finale van de Rots en Waterles (waarin een plankje mocht worden doorgeslagen), kwam een jongeman binnenlopen met zijn arm in een mitella. “Ik
heb een enorme wond en ik kan helaas geen plank doorslaan.” Ik liet het erbij. Pas
toen er vier plankjes doormidden waren geslagen (door andere kinderen) trok hij
zich terug op de wc, haalde zijn arm uit de mitella, scheurde het verband eraf,
liet mij de wond zien (zo groot als een wrat). En hij sloeg zijn plankje
doormidden.
“Jij zou je eens moeten concentreren op de was”, schreeuwt
zoon Jerome met een verhit gezicht naar me. Ik zit stil op mijn yogakussen “te
doen door niets te doen” en hij stormt naakt de slaapkamer binnen. Terwijl hij
onder de douche vandaan kwam, ontdekte hij dat hij geen schone onderbroeken
meer had in de kast. Ik besluit even tot 10 te tellen en heb moeite om een
glimlach te onderdrukken. Het zou makkelijk zijn om nu een preek af te steken
over onderbroeken die achter het bed worden gegooid en zijn eigen bijdrage aan
het huishouden. En de toon die hij aanslaat naar mij. Maar zo’n preek komt dan
zeker niet aan. Ik doe niets en hij stormt naar zolder om een onderbroek van de
waslijn te halen. Zijn zuster Rosalie hoort het aan en sluipt mijn kamer in. Ze
neemt mijn hoofd in haar handen en fluistert: “Mam, hij meent het niet hoor,
hij is gewoon een beetje moe.” We kijken elkaar aan en ik opper: “Misschien zou
hij ook vaker eens iets moeten doen door niets te doen.”
Reacties
Een reactie posten