"Het is niet eerlijk, ze hebben vals gespeeld."
"Nietes." Met rood aangelopen gezichten stonden de twee partijen
lijnrecht tegenover elkaar. Ze hadden tijdens het vakantiekamp levend stratego
gespeeld en waren het niet eens over de interpretatie van de spelregels. De
kaartjes waren volgens de ene partij stiekem door de andere partij gewisseld.
En de andere partij betichtte hun er van dat ze de "vlag" stiekem
hadden verstopt, zodat het voor hun onmogelijk was om te winnen. "Maar
jongens, het is toch maar een spelletje?" Opperde een van de kinderen.
Nee, dit was geen spelletje meer, dit was oorlog.
"Ik ga naar huis", schreeuwde een van de jongens.
Hij pakte zijn rugzak en vertrok. "Ik ga weg." En nog eentje liep
stampvoetend weg. De sfeer werd grimmig en ik besloot eerst twee
vredesstichters in te zetten om iedereen weer "binnenboord" te
krijgen. Dat lukte. Het lukte zelfs om met elkaar in de kring te gaan zitten,
waar de vredesbesprekingen gingen plaatsvinden. Die ochtend hadden we het prachtige
verhaal verteld over de vliegwedstrijd tussen de vogels. Het musje had
gewonnen, maar ontdekte dat dit niet had gekund zonder de ander. "Zullen
we nu een spel gaan doen, waarbij het niet gaat om winnen of verliezen, maar om
samenwerken?" Daar hadden ze wel oren naar.
En zo gingen we een levende piramide maken. De sterksten
onderop en de lichtere in de top. "Ik hou het niet meer", en de
piramide stortte in. Het zorgde voor veel plezier. We verzonnen nog meer
spelletjes: samen de overkant van het voetbalveld bereiken zonder met je voeten
de grond te raken. Er waren kinderen die gingen kruipen, die op elkaars rug
klommen en... die gewoon liepen. "Ik heb toch schoenen aan, dan raken mijn
voeten niet de grond." Het laatste spel was het meest spectaculair. We
maakten twee rijen met kinderen die elkaars handen vasthielden. Zij gingen
ervoor zorgen dat de brug die op deze manier ontstond, sterk genoeg was om er
over heen te klauteren. "Zoiets leuks heb ik echt nog nooit gedaan."
Vertelde de jongeman die mij eerder had verteld dat hij thuis voornamelijk met
zijn Nerf guns speelt.
"We gaan vandaag in de werkplaats samen een
schilderij maken, waarbij alle delen op elkaar aan sluiten." Er werd
moeilijk gekeken bij deze opdracht. En het werd nog moeilijker toen we
vertelden dat we niet gingen schilderen, maar borduren. De panelen werden
genummerd en het plan gesmeed. "Met wie moet jij rekening houden bij het
maken van jouw paneel?" "En wat wordt het ontwerp?" "Met
welke kleur gaan we werken?" Toen ze eindelijk aan de slag konden, bleek
er nog vraagstuk te zijn. Ik had namelijk niet genoeg naalden meegenomen voor
alle kinderen, zo bleek. "Ooh, dat geeft toch niets, dan wachten we rustig
op onze beurt." En vredig zaten ze toe te kijken hoe het schilderij tot
stand kwam.
Reacties
Een reactie posten