“Ik ben toch geen hond!”, schreeuwde de jongeman verontwaardigd over het voetbalveld naar mijn man, die een groep pubers bij het voetbalkamp begeleidde.“Gedraag je daar dan ook niet naar”, had Erwin teruggeroepen. Bij thuiskomst was hij na zijn eerste coachdag teleurgesteld, hij had duidelijk andere verwachtingen gehad. Wat was er mis gegaan en hoe zou hij het de volgende dag kunnen oppakken?
Zit, lig, luister, braaf
Opeens dacht ik aan een artikel dat ik al weer een tijd geleden had gelezen. Een pedagoog had geroepen dat alle ouders eigenlijk verplicht op een soort puppytraining zouden moeten alvorens ze kinderen zouden overwegen. En zag het al helemaal voor me. Daar zouden ze dan kunnen leren hoe je kinderen vaardigheden kunt aanleren: zindelijk worden, netjes eten, goed luisteren, beleefd zijn. Als de kinderen het verkeerd deden dan zouden ze straf krijgen, bij goed gedrag lag er misschien een kluifje klaar.
Laat je tanden zien
Nu hadden wij al heel wat ervaring met honden, en ook tijdens de lessen kwamen ze vaak terug. Er zijn veel kinderen die heel graag een hond willen hebben en dat dus als wens op hun Rots en Water-plankje schrijven. Maar je kunt ook heel veel leren van honden. Zo ontdekten we bij een Eigenwijz-les wat er gebeurt als je over de grens van een (speelgoed)hond gaat, bijvoorbeeld aan zijn staart trekt. Dan gaat hij grommen, blaffen, piepen, zijn tanden laten zien. Of loopt weg met de staart tussen zijn poten. Het gesprek kwam vervolgens op “wat doe jij als iemand over jouw grens heen gaat?” Dan blijkt dat wij het ook met woorden kunnen oplossen.
Vechtende honden
Erwin had nog geen oplossing voor zijn “voetballende honden” die zodra ze een partijtje voetbal mochten spelen elkaar in de haren vlogen. Opeens schoot mij iets te binnen wat ik had gehoord over vechtende honden: die moet je dus rustig hun gang laten gaan. Zo wordt de hierarchie in de hondenwereld bepaald en is het duidelijk wie er de baas is. “Laat de riem los, zodat ze eventueel weg kunnen lopen en wacht rustig af totdat ze er samen uit zijn gekomen.”, kreeg ik ooit te horen van een hondenkenner. Was dat het pedagogische advies dat ik mijn man mee ging geven?
Doen alsof
Vaak zijn we ons als ouders en opvoeders niet bewust van de manier waarop we onze kinderen instructies geven, of vaardigheden willen aanleren. Ze moeten van alles en we dulden weinig tegenspraak, zeker niet als we zelf al licht geïrriteerd zijn.. “Nu naar je kamer” “Luisteren!!!!!” “Eet je bordje leeg.” “Klaar”. Met een groep ouders bij de Sterke Ouders cursus hebben we ontdekt dat wanneer je je kind niet “als hond” toespreekt, maar “als mens” ze zich ook als mens gaan gedragen richting jou. Je boodschap is het zelfde, maar de toon maakt het verschil. Proberen?
Reacties
Een reactie posten