“Sorry juf, dat ik te laat ben, ik was aan het WII-en”. Met een verhit hoofd staat de jongeman van 10 voor me en niet begrijpend keek ik hem aan. “Wieden?” “Nee, spelen op mijn spelcomputer”.
Dan ga ik bij papa wonen
Ik moest er aan denken afgelopen zomer op de camping. De tenten stonden wat dicht tegen elkaar en de gesprekken waren woord voor woord te verstaan. Buurjongen Marijn (8 jaar) had zijn Nintendo meegenomen en wilde eigenlijk de hele dag in de tent ermee spelen. Maar zijn moeder was het er niet mee eens en er stond een verhitte discussie die eindigde met een van de grootste dreigementen die een kind kan uiten: “Dan ga ik bij papa wonen.”
De virtuele leefwereld
De jeugd groeit op in een nieuwe wereld, die bestaat uit gaming, i-pods, internet, mobieltjes en sociale netwerken. Een wereld die wij volwassenen lang niet zo goed kennen en waarbij het dus lastig wordt om ze daarin op te voeden. Neem je ze in bescherming voor de gevaren van internet en de verslavende werking van games? Of laat je ze meer vrij?
Games om te helpen
In de psychologen- en pedagogenpraktijk, maar ook in het onderwijs, is het van groot belang dat een kind gekend wordt in zijn leefwereld, ook in zijn virtuele leefwereld. Welke games spreken hem aan, wat is het wat hem daar in aanspreekt en wat kun je daar over zeggen in relatie tot zijn persoonlijkheid en gedrag? Games worden tegenwoordig ook ingezet ter bestrijding van bijvoorbeeld angst of prestatieproblemen of om beter te leren omgaan met agressie.
Kabouter Wipneus
Ondertussen hadden wij op de camping in het bos takken verzameld. Samen met onze (puber)buurjongens Daan en Bram gingen we aan de slag om er poppetjes uit te snijden met een zakmes. De jongens raakten zo enthousiast dat ze er de hele vakantie mee bezig waren. Ook Marijn sloot zich uiteindelijk aan bij de “houtclub” en maakte van zijn tak een kabouter met een wipneus. De WII was verslagen.
Reacties
Een reactie posten