Op de dag van de provinciale verkiezingen kreeg ik tijdens het ontbijt van mijn zoon een stemtip: “Mam, je moet gewoon Groen Links stemmen, want ik ben ook links.” Kinderlijke logica: ik ben linkshandig en jij stemt dus op Groen Links. Maar de verkiezingen waren nog niet voor mijn kinderen voorbij. Een paar dagen later vroeg mijn dochter tijdens het ontbijt: “Mam, hoe is het eigenlijk gegaan met Kees (!) Rutte, heeft hij al gewonnen?” Een mooie aanleiding voor een gesprek over democratie.
Kadaffi is een zuurpruim
Op het Jeugdjournaal hadden ze de politieke ontwikkelingen in het Egypte, Tunesie en Libie gevolgd. “Die Kadaffi is een boef, hij is heel rijk en zijn mensen heel arm en hij wil alleen maar de baas spelen.” De kinderen van de Rots en Waterles die week hielden zich ook met hem bezig: “Kadaffi is een zuurpruim”, zo wisten ze mij te vertellen toen we aan het begin van de les de krant doornamen op zoek naar Rotsen en Water.
Partij van het lekkere eten
Aan de ontbijttafel vroeg ik mijn kinderen wat voor partij zij zouden oprichten. Dat was niet moeilijk. Mijn zoon koos voor de partij van het lekkere eten. Mijn dochter voor de partij van de dieren, mijn man voor de partij van de lach en ik voor de partij van het chillen. We probeerden ons partijprogramma op te stellen en hadden daar veel plezier mee. Mijn dochter stelde voor dat we dan op een boerderij gingen wonen met paarden, honden, katten, konijnen. En mijn zoon wilde alleen nog maar alles eten dat met een p begon (patat, pannenkoeken, pizza, pasta). Maar waar ga jij al die dieren en de boerderij van bekostigen? En hoe zit het met de volksgezondheid als we alleen nog maar alles met een p zouden eten?
Ik doe niet meer mee
De thuisverkiezingen kwamen naderbij en mijn dochter besloot een andere partij op de te richten: de tegenpartij. “Ik doe niet meer mee.” Mijn man vertelde dat wanneer we op hem zouden stemmen, dat hij dan de baas zou zijn van het huis. En daar waren we het ook niet mee eens. Geen dictatuur. Mijn zoon stelde voor dat ik mijn partij van het chillen, maar moest omdopen in de partij van de controle. En dat hij daar dan zeker niet op zou stemmen, want dan zou hij van alles moeten. Zijn bordje naar de keuken brengen als hij had gegeten bijvoorbeeld.
Toch maar polderen
Ondertussen werden er ook al coalities gevormd: “Als jij op mij stemt, dan stem ik op jou.” De verkiezingen werden wat grimmiger, het werd een kwestie van kiezen of delen. Na een week voorbereiding hebben we gezamenlijk besloten toch maar niet de politiek in te gaan en te gaan “polderen”. Mooie les in democratie!
Reacties
Een reactie posten