“Erwin, hij heeft pijn, kijk nou hoe hij ze hand houdt. Zo slap langs zijn lichaam.” Het was dinsdagavond en voor de verandering ging ik maar eens een keer mee naar de voetbalwedstrijd van zoon Jerome. Het beloofde een spannende wedstrijd te worden tegen een Iers elftal. Allemaal een jaartje ouder dan hij is. Hij deed het best goed, totdat hij dus onderuit ging en zo’n grote Ier zijn voetbalschoen met noppen parkeerde op de rechterhand van Jerome. “Ik voel zijn pijn”, piepte ik vanaf de tribune. En terwijl hij opkrabbelde, maakte hij met zijn armen een gebaar naar zijn coach. Een gebaar waarmee hij aangaf dat hij niet verder kon, en dus gewisseld moest worden. Maar er waren geen wissels meer, en Jerome bleef met een van pijn vertrokken gezicht in het veld. Die laatste 20 minuten van de wedstrijd duurden wel heel erg lang. En ik had het met hem te doen. In mijn herinnering ging ik terug naar toen hij nog wat jonger was. Op zijn tweede jaar had hij een longontsteking, oorontsteking