Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit februari, 2018 tonen

Hij zei "fuck you" tegen me

“Kut kind”, hoorde ik hem tegen een ander kind schreeuwen. Het was een heerlijke koude woensdagmiddag en we bevonden ons in een speeltuin in Amsterdam Noord met een groep kinderen. De kinderen reden rond op van die kleine rode fietsjes, ze zaten op de wipwap en wilden geduwd worden op de schommel. Ik genoot van de zonnestralen, terwijl ik me had verstopt achter de bosjes. Het was genieten.   Totdat de buurtboefjes arriveerden. “Hij zei fuck you tegen me”, kwamen de kinderen vertellen. “En dat ik een kutkind ben”. “En hij gooide keihard een bal naar mijn hoofd…” Het werd tijd om in te grijpen. “Wie van jullie haat er wel eens iemand?” vroeg ik tijdens de yogales die avond. Er gingen heel wat vingers de lucht in. “Ja, mijn zusje als ze irritant doet”, vertelde de eerste. En ook de anderen kwamen met voorbeelden. Terwijl ze zo doorbabbelden besloot ik een papiertje uit mijn broekzak te halen. Ik had het die ochtend van de scheurkalender gehaald. De “Even Stilstaan”-kalender die si

Dit keer was ik te ver gegaan

“En als ik dan een slokje neem van mijn toverwater… gaat er iets heel bijzonders gebeuren.” Terwijl ik het glas naar mijn mond bracht, keek ik om mijn heen. De groep kleuters zat met wijd opengesperde ogen me aan te kijken. Wat zou er gaan gebeuren? Eigenlijk wist ik dat zelf ook nog niet op dat moment. Geheel intuitief had ik het glas water gepakt om hun aandacht te vangen. Toen ik een slok nam, kreeg ik een ingeving. Mijn mond bewoog, maar er kwamen geen woorden meer uit. Naast me hoorde ik gesnik, van kleine Dora. Er liepen krokodillentranen over haar wangen. En ik besefte dat ik dit keer te ver was gegaan. “Wie zal zich meer verwonderen wanneer een veertje omlaag dwarrelt? Een klein meisje van 2 of je moeder?”, vroeg ik tijdens de yoga- en filosofieles die week aan de kinderen. We waren inmiddels aan beland bij de Engelse filosoof Hume, die uitgebreid stil had gestaan bij het fenomeen verwondering. Onze filosofen in spe gingen direct van start. Eerst praatte iedereen nog door

Ik kan niet tekenen

“Wat is de allermooiste tekening die je ooit hebt gemaakt?” Ik keek rond naar de groep kinderen die op hun vrije middag naar de tekenles waren gekomen. “Ik heb ooit een Egyptische kat getekend in het atelier”, wist iemand vol trots te vertellen. “En ik heb een Pokemon-poppetje nagetekend van Youtube.” Zo had iedereen zijn eigen verhaal. Behalve de jongeman die 5 minuten geleden als een wervelwind was binnengerend. Zijn moeder had hem opgegeven voor deze les en hij wist het heel zeker: “Ik kan niet tekenen.” “Gelukkig maar, dan ben ik niet de enige”, stelde ik hem gerust. De andere kinderen keken me verbaasd aan. “Wat is de reden dat je je aanmeldt voor deze opleiding”, stond er op het inschrijfformulier dat ik een jaar geleden voor me had. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: “Ik weet zeker dat ik niet kan tekenen.” Waarbij ik in mijn achterhoofd de uitspraak van Pablo Picasso had: “Ik doe altijd dat wat ik niet kan, zodat ik kan leren hoe ik het moet doen.” Er niet voor we