Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2016 tonen

Op = op

"Hoi Roos, er is weer geld. Wat wil je eten?" Nog geen 5 minuten later krijg ik een berichtje terug: "Lekkah". Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. De afgelopen dagen was het eten niet zo lekker geweest. Er stond geen geld meer op de rekening en we moesten het doen met de restjes eten die we nog in huis hadden. Een potje mais, een gebakken ei en droge aardappels. "Ach toen ik nog studeerde waren er weken dat ik alleen maar brood met pindakaas at en 's avonds pasta met gebakken ui en tomatenpuree", vertelde ik ze bij het ontbijt. Het werd een belangrijke les in soberheid. Toen de kinderen 10 waren, kregen ze beiden een eigen bankrekening. Iedere maand storten we daar 30 euro, waar ze hun kleding, cadeaus en schoolspullen van kunnen kopen. Een prima manier om te leren met geld om te gaan. Zoon Jerome kocht een zwembroek voor 35 euro en besefte toen dat het nog lang duurde voordat hij weer wat kon uitgeven. Dochter Rosalie was een stuk zuiniger

Ik ga je knuffelen

Daar stond hij voor me. Blonde ongekamde haren, blauwe ogen en een verlegen grijns op zijn gezicht. Hij was samen met zijn moeder naar de ouder/kind yogales gekomen die we hadden georganiseerd voor de actie van 3FM Serieus Request. We hadden al wat oefeningen gedaan, ik had ze een verhaal verteld en nu was hij van zijn yogakussentje opgestaan en stond hij voor me. "Ik wil je knuffelen...", zei hij met een vaste stem. De ruimte zat afgeladen vol en iedereen keek vol verwachting toe. Wat zou ze doen? Ik voelde dat dit een ervaring voor mij zou zijn en niet zo maar een belevenis. De cultuurfilosoof Walter Benjamin maakte in de vorige eeuw al onderscheid tussen ervaringen en belevenissen. "Ervaringen resoneren in ons, raken ons, vormen ons, veranderen ons, zullen we nog lang herinneren. Belevenissen zijn veel oppervlakkiger. Het moderne leven neigt er naar rijk te zijn aan belevenissen en arm aan ervaringen." De Duitse socioloog Hartmut Rosa verwoordt het in ee

Chaos in mijn hoofd

“Je ziet hier een toren staan van blokken, die verplaatst mag worden naar het middelste stokje. Waarbij je maar 1 blokje tegelijk mag verplaatsen en een groter blokje niet op een kleiner blokje mag.” Voor me zat een 15-jarige puber aandachtig te luisteren naar mijn instructie. “Doe je ook in pubers?”, had zijn moeder een paar dagen eerder aan de telefoon gevraagd. Ze vertelde over haar zoon die met een vwo-advies de basisschool had verlaten, maar nu niet zonder haar huiswerk kon maken en continue werd afgeleid door zijn games en filmpjes. En dus vorig jaar al bijna was blijven zitten.  “Ik wil het huiswerk loslaten, maar denk dat hij het nog niet kan”, verzuchtte ze. “Het komt allemaal goed, uiteindelijk”, bleek de mantra van deze jongeman te zijn. Bij binnenkomst wist hij me niet te vertellen waarvoor ik was gekomen. “Geen idee”, en hij staarde naar de tafel. “Dat wordt een moeilijk gesprek”, dacht ik. En we besloten om eerst maar eens een raadsel op te lossen. Dat levert vaak

Ik smeer mijn boterham wel BOVEN

“Ik smeer mijn boterham wel BOVEN…”, schreeuwde zoon Jerome me toe. Stampvoetend ging hij naar boven.  Het was half zeven ’s ochtends en ik bleef alleen achter aan de ontbijttafel. De afgelopen dagen vroeg ik me zelfs af, of ik niet gewoon lekker in mijn bed mocht blijven liggen. Het was nog donker en de kinderen waren niet echt gezellig aan de ontbijttafel. De een zat onderuit gezakt voor zich uit te staren en de ander tuurde in het scherm van de ipad om te kijken of er al schoolcijfers waren bekend gemaakt. Toch sleepte ik mij me bed uit als de wekker ging en zong ik een liedje voor de kinderen, net als toen ze nog klein waren. “Goedemorgen, zonder zorgen, het is weer tijd om op te staan. Goedemorgen, zonder zorgen, om vandaag naar school te gaan. Goedemorgen, zonder zorgen, wordt maar wakker lief kind. Goedemorgen, zonder zorgen, als de dag voor jou begint.” En daar waren in de loop van de jaren allerlei varianten op ontstaan.  Als ik dan naar ze kijk, bekruipt me een warm ge

Papa, je bent depressief

“Weet je wat jij moet doen? Gewoon naar buiten gaan, de hond uitlaten, een pilletje nemen om te slapen, eens flink huilen en daarna een glaasje wijn drinken.” Dochter Rosalie voelde aan wat haar vader nodig had. Hij lag om 10 uur nog in zijn bed en staarde naar het plafond. En dat al een paar dagen. Opa was overleden en haar papa probeerde dit te verwerken. Op zijn manier. “Je moet het loslaten”, had iemand geadviseerd. “Je moet het toelaten”, adviseerde een ander. Maar ook dit keer had dochter Rosalie het bij het rechte eind. Ze voelde feilloos aan wat er aan de hand was. Ook toen opa nog niet was overleden, wist zij al wat er ging gebeuren. “Ik heb buikpijn, mama”, piepte ze die ochtend. Ik voelde aan haar buik en wist wat er aan de hand was. De emoties waren al aan het rommelen. Ze bleef thuis van school en toen wij halsoverkop naar het ziekenhuis moesten, vertrok zij zonder morren met de hond Saartje naar de dierenarts. Want ook Saartje had buikpijn. “Wat doet je dochter dat

Niet schrikken, u spreekt met de politie

“Goedemorgen, u spreekt met de politie. Niet schrikken alstublieft.” Natuurlijk schrok ik. Allereerst vanwege het feit dat de politie belde, dat gebeurt niet iedere dag. En daarbij ook nog de boodschap: “Niet schrikken.” Wat doe je dan? Schrikken dus. Het was donderdagochtend half 10 en ik zat net even lekker op de bank met de hond Saar op schoot en een kopje thee in de hand. “Oke”, wist ik uit te brengen en ik wachtte vol spanning af wat deze meneer mij te vertellen had. “Is uw dochter Rosalie Jager?” vervolgde hij het telefoongesprek. Nu zat ik helemaal rechtop. “Uw dochter is gisteravond getuige geweest van een mishandeling. Wist u dat?” Ik kon me opeens weer vaag herinneren over wat ze vertelde toen ze terug kwam van de manege. Ze was met een paar vriendinnen terug gefietst, over het donkere dijkje. En halverwege het dijkje stond er een auto stil en stapte er een jongen uit. Een van de vriendinnen kende hem en was geschrokken. Het meisje kreeg ruzie met de jongen en ze probeer

Eerst zien, dan geloven

"Neem je straks dat Star Wars-spel mee?" Het appje dat ik een uur voor de yogales kreeg, was slechts kort. Maar ik voelde het verlangen er door heen. Deze jongen had zich de hele week al verheugd om met zijn gedachtekracht een balletje te laten opstijgen. Want dat was het Star wars-spel. "De headset meet je hersengolven en wanneer je een complete focus hebt op het balletje, zal het balletje opstijgen. Een oefening in concentratie…" Ongelovig, maar vol verlangen keken ze me aan. Dat wilden ze wel eens proberen. En het liefst meteen. Ik besloot de les te vervolgen over Pratyahara, de vijfde stap in yoga. Een oefening waarbij je steeds meer leert je zinnen en zintuigen onder controle te krijgen. Kinderen die dit leren, kunnen ‘nee’ zeggen tegen de zoveelste zak snoep. En zijn zelf de baas over hun mobiele telefoon. Ze kunnen hem gewoon een dag laten liggen, zonder dat ze getriggerd worden door alle piepjes. Omdat zij de baas zijn en niet de telefoon. En het lever

Hij er uit, of ik er uit

"Wij willen scheiden", werd mij in koor verteld. Het was zondagochtend nog vroeg en daar stonden ze voor me met een brede grijns op hun gezicht. Nog gehuld in hun pyjama. Zij de broek van hem, met opgerolde pijpen, hij een oud t-shirt van zijn vader. "Oke!", bracht ik uit, met nog een schorre stem. En een zucht. Diep van binnen, voelde ik dat het dit keer geen bevlieging was, maar menens. Jarenlang hadden ze hun slaapkamer gedeeld. Eerst met de ledikanten naast elkaar, later met de bedden zover mogelijk bij elkaar vandaan. Zodat er in het midden veel ruimte was om te spelen. Op zondagochtend werd de legobak omgegooid of hoorden we ze samen spelen met de playmobil. Hij bouwde dan een manege en zij speelde er met haar paarden in. "Rosie, ik kan niet slapen", hoorden we nog regelmatig 's nachts. Rosalie was er inmiddels aan gewend. Ook aan de nachtelijke slaapwandelingen van haar broer en de onverstaanbare kreten. Toen hij nog jong was, kroop h

Het meisje met het grote hart

Een sprookje voor alle kinderen met een groot hart, die niet altijd begrepen worden door de grote mensen.  Ongeveer 50 jaar geleden werd er ergens op deze aarde een klein babymeisje geboren. Het was groot feest. De ouders waren dolgelukkig, want het meisje was hun eerste dochter. En... ze bleek over een heel groot hart te beschikken. Van een afstand zag je het grote hart al kloppen. Kaboem, Kaboem, Kaboem. Wanneer het meisje in de tuin een mooie vlinder zag vliegen. Kaboem, Kaboem, Kaboem. En wanneer ze vol aandacht aan het tekenen was. Of aan het spelen met haar poppen. Kaboem, Kaboem, Kaboem. Op school werd haar grote hart niet opgemerkt. Daar moest gerekend worden. En spellingregels ingestampt in het hoofd. En de hoofdsteden van Europa moest ze op de kaart kunnen aanwijzen. Ze was vastbesloten dat zij dat later anders zou gaan doen. Toen ze eenmaal volwassen werd, waren er niet veel mensen, die het grote hart opmerkten. Soms werd ze nagekeken op straat. Even was e

Je gaat slapen als je moe bent

“Dan ligt hij ‘s avonds laat nog te woelen in bed en kan hij echt niet in slaap komen. Hoe zou ik hem daarbij kunnen helpen?” De moeder keek me vragend aan. En ik besefte dat ik geen pasklaar antwoord had. Althans, een antwoord dat zij nog niet zelf had kunnen bedenken. Ze had immers zelf ook verstand van kinderen en zeker die van haar zelf. Ik besloot deze jongeman eens een dagje te observeren – op de camping doe je toch niet veel anders – en kreeg de ingeving van een ei. “Hoe ontdek je of een ei rauw of gekookt is?” was een vraag die ik onlangs had gelezen in een kooktijdschrift. Om te bepalen of je een ei nog kon eten was er de test om hem in een bak water te leggen. Blijft het ei drijven, dan is het niet meer goed.  Maar om te bepalen of een ei rauw is, heb je een andere test nodig. Als je een rauw ei laat ronddraaien, blijft hij draaien, ook als je hem niet meer aanraakt. Een gekookt ei echter, komt veel sneller in ruststand, nadat je hem hebt laten draaien.  Deze jongeman bl

Paula met de dikke billen

“Joh, die Paula, dat is echt een lekker wijf…” bracht de buurjongen in. We zaten ’s avonds met een groepje op het picknick-kleed voor de tent nog even na te praten over de avonturen van die dag op de camping. Paula was gearriveerd en dat had de jongensharten niet onbewogen gelaten. “Jerome heeft al geknipoogd naar haar, he”. “Ja, maar ze zal wel met Aron gaan, die gaat met alle mooie meiden op de camping.” Verzuchtte een ander. “Ach, ze heeft toch dikke billen. Heb je dat niet gezien dan? Toen ze op de trampoline aan het springen was?” Dochter Rosalie zat er bij en luisterde er naar. “Roos, ga je mee levend stratego doen?” Een van de jongens stond voor onze tent, waarin Rosalie voor de zesde keer hetzelfde boek aan het lezen was. Ze keek even op en zag de grijnzende blik van de jongen en zei: “Nee, ik ben aan het lezen”. De jongeman was een volhouder: “Toe nou, je had het beloofd. Met jou erbij is het echt veel leuker.” Heel anders dan Paula speelde zij het 'hard to get':

Je bent gewoon een verwend nest

"Kun je dat boek nog terugsturen? Ik moet het niet." Met een woest gebaar smeet hij zijn vakantiecadeau op tafel. Ieder jaar kocht ik een vakantieboek voor onze kinderen. Onze dochter verheugde zich er al weken op welk boek ik nu met zorg voor haar had uitgezocht. Onze zoon vroeg zich af of hij niet gewoon het geld mocht hebben om er iets anders van te kopen. "Ik hou niet van lezen", mopperde hij dan. Dit keer was zijn reactie wel heel heftig. En die van mij (in gedachten) ook: "Je bent gewoon een verwend nest. Misschien wordt het tijd om bij je oom te gaan wonen." Zijn oom was het voorbeeld van leven in soberheid. Het was er nooit warmer dan 18 graden in huis. Het water waarin hij (een keer per week) de zakjes met sateetjes opwarmde, werd aansluitend gebruikt om de afwas mee te doen en de vloer mee te dweilen. Over een mobiele telefoon beschikte hij niet. Hij had nog zo'n ouderwetse huistelefoon, waar je hem 's morgens van 10 tot 11 uur op

Ben jij een rauwe of een (uit)gekookte aardappel?

"Hoe laat ben je vanmiddag thuis?", vroeg ik dochter Rosalie terwijl ik mijn broodje met aardbeienjam smeerde tijdens het ontbijt. Geen reactie. Dat kwam de laatste tijd steeds vaker voor. Ze was in de puberteit. Soms kwam er wat gegrom uit haar keel, maar meestal was ze in de ochtend niet aanspreekbaar. Ik zuchtte en nam een slok thee. Vader Erwin kwam beneden, schonk voor zichzelf wat koffie in en waagde ook een poging. Dit keer met een echte vraag. "He, Roos, wat is er intelligenter, een rauwe of een gekookte aardappel?" Ze sprong op, stormde naar boven en smeet de deur met een harde klap achter zich dicht. Die middag stond er een Yoga en filosofie-les op het programma en ik besloot het vraagstuk van de aardappel voor te leggen. Om het levensecht te maken, kookte ik een aardappel en pakte ik een ongekookte aardappel in, in aluminiumfolie. Ik nam ook een aardappelschilmesje mee, voor het geval ze hem wilden ontleden om tot het ware antwoord te komen. Bij b

Ik begin een hekel aan kinderen te krijgen

“Ik wil nu eerst”, schreeuwde een kind die vond dat zij recht had om als eerste aan het spel te beginnen. Nog geen week geleden had ik er een grapje over gemaakt. Beseffende dat dit hoort bij de leeftijd. “Ik heb last van allergie, weet je wat dat is?”, had ik ze gevraagd. Direct had ik de aandacht te pakken. En ik vervolgde met een serieus gezicht dat ik uitslag kreeg op mijn voorhoofd als kinderen vaak roepen dat ze iets willen. Met aandacht werd mijn voorhoofd bekeken. Ja ze ontdekten rode vlekken en gingen vervolgens lekker verder spelen. Maar nu was het anders. Ik was moe, had al zes dagen achter elkaar les gegeven en een nacht niet zo best geslapen. “Ik begin een hekel aan kinderen te krijgen”, biechtte ik op bij thuiskomst. “Wat heb jij eigenlijk gedaan vandaag?”, werd mij bij binnenkomst in de voetbalkantine gevraagd. Het was zes uur.  De aanwezige ouders stonden te wachten tot hun voetbalzonen eindelijk onder de douche vandaan zouden komen en ze naar huis konden gaan. En

Wie heeft dit gedaan?

“Ja Angela, met Kees hier, ik bel je even over het volgende…” Het was zaterdagochtend 9 uur en Kees, de beheerder van de ruimte waar ik op zaterdag les geef, hing aan de telefoon. “Ik wil geen zeurpiet zijn, maar vind toch dat je moet weten dat iemand jouw naam op de muur heeft geschreven, met pen.” Vervolgde hij zijn verhaal. “Het is vast een fan van je.” Ik overwoog wat te doen en vroeg hem om het nog even niet weg te poetsen, dan zou ik het die middag met de groep kinderen kunnen bespreken. “Oke, dat komt wel goed. Vat jij hem maar eens flink in zijn kraag”, sloot hij het gesprek af. “Mijn cijfer is vandaag een 8, want ik heb gevoetbald en we hebben gewonnen.” “Mijn cijfer is een 7, want het is lekker weer.” We startten de rots en waterles met een kringgesprek, zoals altijd. Om even te kijken hoe de vlag ‘er bij hangt’.  Ik vertelde dat mijn cijfer een drie was en dat dit alles te maken had de muur waarop mijn naam was geschreven. Het gemurmel verstomde en ik had alle aandach

Kan ik in een dier veranderen?

Kan ik in een dier veranderen? Nieuwsgierig zaten ze rond het tafeltje. De één met een croissantje in de hand, de ander met zijn mobiel. En er waren er een paar die mijn "vraag-maar"-kaartjes bestudeerden. Het was tien minuten voordat de yogales zou beginnen en we gebruikten deze tijd altijd even om "te landen". Om los te komen van alles wat er die dag was gebeurd, of nog ging gebeuren. Van de rekensommen en van de ruzie op het schoolplein. "De kaartjes geven je antwoord op voor jou belangrijke vragen", las ik voor. "Vragen die met ‘ja’ of  ‘nee’ beantwoord kunnen worden." "Ik zou graag willen weten of ik in een dier kan veranderen", kwam er zachtjes uit onverwachte hoek. Ik keek de jongeman aan en voelde dat dit voor hem echt belangrijk was om te weten. "Mmm, wat heeft deze vraag eigenlijk met yoga te maken?" vroeg ik. "Nou gewoon, je hebt bij yoga toch allemaal houdingen die een dierennaam hebben", werd e

Ik voel me niet zo lekker

“Nou, dat ging in onze tijd wel anders hoor. Je was pas ziek, als je flinke koorts had en anders ging je gewoon  naar school”, vertelde mijn moeder met een serieus gezicht. Ik had haar het appje van dochter Rosalie laten lezen, waarin ze schreef: “Ik heb hoofdpijn en ben duizelig. Wat zal ik doen, naar huis komen?” Ik besloot de bal terug te leggen bij haar: “Je kan alleen zelf voelen hoe ernstig het is. Wat heb je nodig om je wat lekkerder te voelen?” Het bleef stil en ik verwachtte dat ze wel een rondje was gaan lopen in de buitenlucht in de pauze, of wat water had gedronken op het toilet. Maar het bleek toch anders te lopen. “U spreekt met meneer…. Ik bel u namens de school waarop uw dochter zit. Ze voelt zich helemaal niet goed en ik kan niemand bereiken.” Ik hoorde de paniek van deze meneer door het voicemailbericht heen. Het was vrijdagmiddag en tussen twee lessen door besloot ik even een blik op mijn telefoon te werpen. Ik had drie gemiste oproepen en dus dit bericht van de

Laat jij je dochter alleen fietsen in het donker?

  "Laat jij je dochter 's avonds alleen over het dijkje in het donker naar huis fietsen?" had een moeder mij een paar maanden geleden met verwijtende stem gevraagd. "Ja, waarom niet?" De vraag had er voor gezorgd dat ik dochter Rosalie voortaan tegemoet liep, wanneer zij van de manege naar huis fietste. Ik zag haar dan in de verte aan komen rijden als een klein lichtpuntje dat steeds groter werd. Met een enorme vaart reed ze dan over het kronkelende dijkje waar geen verlichting was. Alleen van de maan, als ze geluk had. Maar dit keer zag ik na een kwartier nog geen lichtje aankomen en ik voelde de ongerustheid opkomen. "Zie je wel, het is niet verantwoord om haar alleen te laten fietsen. Straks ligt ze met fiets en al in die koude sloot. Of is ze door iemand aangereden, die haast had. Of is ze in een busje meegesleurd." De stemmetjes in mijn hoofd maakten overuren. En ik herinnerde me opeens een verhaal van een jongen die mij afgelopen week in d

Dit is mijn laatste les

"Dit is mijn laatste yogales", zei hij beslist. Hij zat met zijn rug tegen de muur op de gang en speelde een spelletje op zijn mobiele telefoon, terwijl hij me dit meedeelde. "Oh", zei ik verbaasd "En we zijn nog niet eens begonnen!" Nu keek hij me met zijn prachtige bruine ogen even aan. "Ja, weet je, ik ga liever naar hiernaast, weet je" en hij maakte met zijn hoofd een beweging naar links. Ik wachtte het vervolg af. "Daar kom ik iedere dag na school en dan ga ik daar lekker chillen en gamen, weet je. Met mijn vrienden, weet je". Ik besloot het even te laten rusten en hoopte stiekem dat het gevoel van thuiskomen in de yogales voor hem voldoende zou zijn om zijn begeerte naar alle verlokkingen even uit te stellen. "Vanavond doe ik niet mee met de yoga" vertelde dochter Rosalie ons de laatste tijd steeds vaker. We hadden er de laatste jaren een ritueel van gemaakt om samen de dag af te sluiten met een uurtje yoga en een k

Oma, nu heb je hem weer niet schoon gemaakt

Verwijtend keek dochter Rosalie haar oma aan. Oma zat naast haar op de knieën op de grond. Haar leesbril stond op het puntje van haar neus en ze deed haar uiterste best om haar kleindochter te volgen. “Oma, nu heb je hem weer niet schoon gemaakt”. Met een verontwaardigde stem vertelde oma dat ze vanmorgen nog een schoonmaakdoekje er over heen had gehaald, er zaten namelijk wat vieze vingers op. “Nee, oma”, verzuchtte Rosalie lichtelijk geïrriteerd. “Dat bedoel ik natuurlijk niet, je laat al je schermpjes open staan en dan gaat de batterij snel leeg en wordt hij ook nog traag. Dat heb ik je vorige week toch verteld?” Oma had een smartphone gekocht. “Eindelijk”, had dochter Rosalie gereageerd. “Dan kan ik je ten minste eens appen, met foto’s van Billy, mijn nieuwe verzorgpony.” Maar zo makkelijk ging het niet. Na twee dagen had ze de telefoon teruggebracht naar de winkel. “Hij gaat niet open”, was haar klacht. De winkelbediende had drie keer met zijn vinger op het scherm getikt en e