Doorgaan naar hoofdcontent

Dat ziet er niet best uit

“Erwin, hij heeft pijn, kijk nou hoe hij ze hand houdt. Zo slap langs zijn lichaam.” Het was dinsdagavond en voor de verandering ging ik maar eens een keer mee naar de voetbalwedstrijd van zoon Jerome. Het beloofde een spannende wedstrijd te worden tegen een Iers elftal. Allemaal een jaartje ouder dan hij is. Hij deed het best goed, totdat hij dus onderuit ging en zo’n grote Ier zijn voetbalschoen met noppen parkeerde op de rechterhand van Jerome. “Ik voel zijn pijn”, piepte ik vanaf de tribune. En terwijl hij opkrabbelde, maakte hij met zijn armen een gebaar naar zijn coach. Een gebaar waarmee hij aangaf dat hij niet verder kon, en dus gewisseld moest worden.  Maar er waren geen wissels meer, en Jerome bleef met een van pijn vertrokken gezicht in het veld.

Die laatste 20 minuten van de wedstrijd duurden wel heel erg lang. En ik had het met hem te doen. In mijn herinnering ging ik terug naar toen hij nog wat jonger was. Op zijn tweede jaar had hij een longontsteking, oorontsteking en keelontsteking tegelijkertijd. Maar hij gaf geen krimp. Zat wat suffig voor zich uit te staren met rode blossen op de wangen. Ik voelde aan dat het niet goed zat en besloot ’s avonds nog naar de huisartsenpost te rijden. En dan sloeg altijd de twijfel toe.  “Zal het niet meevallen, heb ik het wel goed ingeschat? Kan het niet wachten tot morgen?” Ook deze avond besloten we toch maar even langs de huisartsenpost te gaan, waar we om 10 uur terecht konden.

“Wat helpt er bij uw kind?”, is een vraag die ik regelmatig aan ouders stel. En dan met name bij kinderen die ook na drie lessen nog niet zichzelf kunnen zijn in de les die ze bij mij volgen. Kinderen die heel onrustig blijven, of nog steeds met een chagrijnig gezicht binnenkomen, of echt geen enkele uitdaging durven aan te pakken. De antwoorden zijn vaak verrassend. Een arm om de schouder, een knipoog bij binnenkomst, andere werkvormen. De antwoorden leiden tot beter begrip van het kind en  vormen voor mij de sleutel tot een andere benadering. En het werkt. Want wie kent zijn kind nou beter dan zijn of haar eigen moeder?

Maar soms zijn ouders die sleutel ook even kwijt. En dat gaat meestal samen met de “bril” die ze op hebben. Ze zien alleen nog maar door de zwarte bril de dingen die er allemaal niet goed gaan. Het irritante zeuren om snoep, of het onzekere gedrag bij een nieuwe uitdaging of het feit dat het kind zich zo geraakt voelt, wanneer iemand iets onaardigs heeft gezegd. De eerste stap is dan: stop met denken over alles wat niet goed gaat. En ga op zoek naar je intuitie en je instinct.  Die gaan jou pas echt vertellen wat er aan de hand is. En misschien als je je zwarte bril afzet, vertelt je kind het je zelf wel.


Ik had die dinsdagavond duidelijk ook mijn zwarte bril op. Ik zag zoon Jerome al met zijn arm in het gips tot aan de elleboog. Met zo’n mitella om alles op zijn plaats te houden. “Dat ziet er niet best uit”, vertelde de dokter ons in het ziekenhuis. Waarna ze vervolgde: “Maar over een paar dagen, zal de hand niet meer zo dik en blauw zijn en kun je de vingers waarschijnlijk al weer buigen…”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj