Doorgaan naar hoofdcontent

Zal ik een liedje voor je zingen?


“Maar hij duwde me…”, bracht ze snikkend uit. Er was een kleine ruzie in de groep ontstaan en terwijl ze allebei huilend voor mij stonden, kon ik alleen maar uitbrengen: “Wat is hier nu aan de hand, volgens jou?” En het was ook meteen een van de laatste keren dat ik het aan deze kinderen vroeg. Want ik besefte hoe moeilijk het voor ze was om onder woorden te brengen wat er is gebeurd, als je nog niet zoveel woorden tot je beschikking hebt en als je eigenlijk alleen maar naar de ander kan wijzen.  Daarbij maak je het met woorden vaak veel groter dan het is. Zou het niet zo zijn dat zonder mijn vraag ze al lang weer lekker samen aan het spelen waren? Ik gooide het over een andere boeg: “Zal ik een liedje voor jullie zingen?”. “Jaaaaa”, riepen ze allebei in koor.

“Goedemorgen, zonder zorgen, het is weer tijd om op te staan. Goedemorgen, zonder zorgen, om vandaag naar school te gaan. Goedemorgen, zonder zorgen, word maar wakker lief kind. Want de dag voor jou begint.” Ruim vijftien jaar lang zong ik bijna iedere ochtend dit liedje voor mijn eigen kinderen. Ze hadden geen wekker, ik wel. Dan sloop ik naar hun slaapkamer, nam ik een paar minuten om naar ze te kijken en bekroop mij een warm gevoel van binnen. Met mijn beste ochtendstem kwam vervolgens het liedje en zag ik ze langzaam wakker worden. Maar tijden veranderden en het moment was gekomen  voor een eigen wekker. Wel eentje met een lamp die langzaam sterker wordt en vogeltjes die een liedje voor je zingen.

Wat is dat toch? Wat gebeurt er als iemand een liedje zingt, speciaal voor jou? Vroeg ik me af terwijl ik in de auto naar huis reed. En daar waren opeens Lange Frans en The Lau op de radio: “Zing een liedje voor me Frans, ook al is het in het Frans, zing een liedje voor me. Het leven gaat zo snel voorbij. Dus zing en ik vergeet de tijd. Jouw muziek die maakt me vrij. Zing een liedje voor me.” In de coupletten kwamen allerlei mensen terug die iets hadden meegemaakt en troost vonden in een lied. Ik luisterde aandachtig. En toen opeens besefte ik het: als je een liedje zingt voor een ander, zie je de ander, voel je die ander, begrijp je die ander. En kun je pas echt troost bieden. Op zielsniveau.

Terug naar de ruziemakende en huilende kinderen. Ik was er even goed voor gaan zitten en ze schoven direct aan. Verwachtingsvol keken ze me aan. Ik schraapte mijn keel, want dit moest natuurlijk wel goed gaan klinken! Uit mijn geheugen diepte ik een kinderliedje op over een zigeunermeisje dar helemaal alleen zat, huilend op een steen. Ik paste de tekst aan naar hun situatie maar het refrein bleef hetzelfde: trala, lalala, trala lalala, lalallalal. En ja hoor, de tranen werden weggeveegd en ze huppelden weer samen weg om verder te spelen. Het liedje bleef me de hele dag nog bij.

“Ga je nu al naar huis?”, vroeg ze me. Ze stond voor me in een schattig jurkje met een strik in het haar. Ik knikte. “Oh, jammer”, antwoordde ze. “En juf Mir-iam?”, vervolgde ze het vraaggesprek. “Die blijft nog wel eventjes, denk ik”, antwoordde ik. “Oh, gelukkig maar, want ze kan veel beter zingen dan jij…”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj