Doorgaan naar hoofdcontent

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt


"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie?

"Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gevoel van gepest worden niet zozeer te maken met de woorden die gebruikt worden, maar veel meer met het gevoel dat hiermee wordt overgebracht. Wij besloten op zoek te gaan naar het stoere broertje van Simon de Pimon en dat werd Super Simon. Hij was sterk, dapper, trok zich nergens wat van aan en had plezier in het leven.

"Toen ik zo oud was als jullie, had ik een bril met glazen, zo dik als de bodem van een jampot." Verbaasd keken de kinderen mij aan, die bril was blijkbaar zoek geraakt. "En toch werd ik niet gepest. Er zat namelijk bij mij een jongen in de klas die niet goed kon horen, een meisje die heel dik was, een meisje waarvan de ouders waren gescheiden en die soms midden in de les in tranen uitbarstte. En er was een jongen die stonk naar de boerderij, een jongen die een donkere huidskleur had. Een meisje met een beugel, een jongen die aan epilepsie leed en soms van zijn stoel viel en een jongen die zomaar opeens woest werd en andere kinderen pijn deed. Iedereen had dus wel wat." Pfff, dat was een heel verhaal, maar de kinderen waren wel geraakt. Ik nodigde ze uit om eens om zich heen te kijken. "Iedereen is anders en we zijn toch allemaal hetzelfde. Mooi he?"

Terug naar Simon. Hij genoot zichtbaar van zijn nieuwe rol als Super Simon. Maar bij thuiskomst vertelde hij toch nog regelmatig tegen zijn moeder dat hij werd gepest. Wat voor het ene kind pesten is, is voor het andere kind plagen. Maar er was nog iets aan de hand. Wij ontdekten dat wanneer je thuiskomt en vertelt dat je bent gepest, je meer aandacht krijgt, dan wanneer je meldt:"ik heb een leuke dag gehad!" Kinderen zijn gek op aandacht. En Simon had dat de laatste tijd misschien wat minder gehad. Zijn beide opa's waren opgenomen in het ziekenhuis en zijn ouders waren daar heel druk mee bezig. Ik nodigde hem uit om iedere dag eens te gaan kijken naar drie gebeurtenissen waar hij een prettig gevoel over had gehad. Lekker gespeeld in de pauze? Een interessante les op school? Afgesproken na schooltijd met een vriendje? Lekker gesport? Zijn leven bleek toch uit veel meer te bestaan dan hij had gedacht.

Voor het eerst in jaren had ik me weer eens zorgen gemaakt over de finale van de Rots en watercursus. De finale waarin de kinderen een houten plank doormidden gaan slaan. Ze zat in een rolstoel, had weinig kracht in haar armen en benen en had een paar  jaar geleden haar geboorteland achtergelaten om naar Nederland te komen. Ze werd gepest en kon zich nauwelijks verweren. Behalve dan met haar innemende glimlach, waar ze volgens haar moeder mee was geboren. "Als het me niet lukt om dat plankje door te slaan, dan zou ik graag voor jullie willen zingen", fluisterde ze me voor de les in. We hadden misschien wel meer van haar geleerd, dan zij van ons, besefte ik op dat moment. Hoe het is om in een rolstoel te zitten, om altijd afhankelijk te zijn van anderen, om niet vrij te kunnen spelen.  Maar ook hoe je je kunt richten op de mogelijkheden in plaats van wat je allemaal niet kan. Ze sloeg het plankje uiteindelijk doormidden, mijn hart maakte een sprongetje. De brok in mijn keel kwam pas later, toen ze in het bijzijn van alle ouders haar lied ging zingen.

Man Erwin was in de loop der jaren zijn rode haren kwijt geraakt. Ik vond het jammer. Hij werd niet meer aangesproken als 'die rooie", er waren geen dames meer die vroegen naar het nummer van zijn kleurspoeling. En eigenlijk werd hij net zo gewoon als alle anderen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj