“Eeehhhh, juf, kan ik je even spreken?” Het is
vrijdagochtend half negen en ik sta bij de deur om de kleuters te begroeten. Ze
mogen kiezen: een high five, een knuffel, een zwaai, een billenbots, een hand.
De meeste kinderen wijzen op de poster “de knuffel” aan. Een goed begin van de
dag. Maar daar staat dus opeens een vader voor me. Hij kijkt me zorgelijk aan.
En vertelt dat zijn zoon sinds kort thuis “fuck you” zegt en zijn middelvinger
opsteekt. Dat deed hij anders nooit. “Mijn kind leert foute dingen hier op
school…” “Ja dat begrijp ik, maar hij leert het niet van mij!” Vader gaat
verder. Dat hij het leert van de grote kinderen, uit groep 3 en ik beloof hem
dat ik er vandaag eens extra op ga letten.
Terwijl de kinderen in de kring plaatsnemen, gaat de gouden
spiegel rond. “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er vandaag met mij
aan de hand?” De kinderen kijken om de beurt vol aandacht in de spiegel en
vertellen iets over wat ze zien. “Mijn haar is er af, ik ben naar de kapper
geweest.” Of hoe ze zich voelen: “Ik zie donkere plekken onder mijn ogen, ben
ook een beetje moe..” Ook de betreffende jongeman kijkt in de spiegel. “Wat is
er met jou aan de hand?”. Zonder na te denken zegt hij “niets” en snel geeft
hij de spiegel door aan het meisje dat naast hem zit. We zijn al een half uur
lekker bezig en ik heb nog geen middelvinger gezien of “fuck you” gehoord.
Tijdens het buitenspelen zie ik dat de kinderen van groep 7
een graffity-kunstwerk aan het maken zijn op het schoolplein. De kleuters zijn nieuwsgierig,
maar vinden het vooral ook stinken. Dus besluiten ze snel om iets anders te gaan doen. Klimmen, klauteren,
tikkertje, kappertje spelen en natuurlijk, vaste prik: kijken naar de
vuilniswagen die de containers komt halen. “Pas op, daar zit de juf in”, roept
een kleuter en de vuilnismannen, spelen het spel mee. Ondertussen zie ik vanuit
mijn ooghoek dat er iets is aan de andere kant van het plein en ik besluit een
kijkje te nemen.
De graffity-meester zit op zijn knieen en spreekt op een
liefdevolle manier een kleuter toe. Het jongetje kijkt wat geschrokken, maar het
ziet er naar uit dat ze eruit zijn en ze nemen afscheid met een high five. “Hij
zei fuck you tegen hem en stak zijn middelvinger op…”, weet een andere kleuter
te vertellen, als ik vraag wat er aan de hand was. “Mmm, mag ik je iets vragen?”
En een groep kleuters verzamelt zich rondom ons. “Wat betekent dat eigenlijk:
fuck you?” Vragend kijken ze me aan. “Ja, zoiets van… ik vind je stom.” “Oh, en
wat betekent dan die middelvinger, als je die op steekt naar iemand?” “Ook ik
vind je stom…”
We gaan onze hand eens onder de loep nemen en bedenken wat
we allemaal met die vingers kunnen doen. Wat betekent het als je je wijsvinger
opsteekt? Of je pink? Of je middelvinger? Of je duim? En zit er verschil tussen
je duim naar beneden of je duim naar boven? Vol belangstelling doen de kinderen
mee. Nadat we de hand uitgebreid onderzocht hebben, gaan we een experiment
doen: vandaag steken we alleen maar onze duim naar elkaar op. Naar boven als je
iets leuk vindt, naar onder als dat minder leuk is. Die dag heb ik geen
middelvinger meer de lucht in zien gaan. Wel heel veel duimen.
Om 12 uur staat moeder haar zoon op te wachten. Ik vertel haar
over zijn duim en de “diamant-sticker” die we er op hebben geplakt. Zo vergeten
we nooit meer wat het verschil is tussen de middelvinger en de duim.
Reacties
Een reactie posten