Doorgaan naar hoofdcontent

"Misschien kan hij naar het VMBO?"

 
“Ik ben heel tevreden over je kinderen”, was de conclusie van de meester tijdens het 10-minutengesprek. Vader Erwin was dat duidelijk niet, toen meester suggereerde dat zoon Jerome wellicht volgend jaar naar het VMBO zou kunnen. “Ja, hij is een intelligente jongen, maar aan zijn toetsresultaten is niet te zien dat hij naar de HAVO of het VWO zou kunnen”, vertelde de meester, al schuifelend op zijn stoel. Hij voelde waarschijnlijk ook wel aan dat er iets niet klopte. “Misschien dat de NIO-toets een ander beeld laat zien?”, suggereerde de meester nog.

Bij thuiskomst gingen we dit eens met elkaar verkennen. Voorop stond dat onze kinderen naar de vervolgopleiding kunnen die het beste bij ze past en die ze kan helpen om datgene te bereiken wat ze willen. Of dat een VMBO of een VWO is, maakt niets uit. Meester had wel gelijk: Jerome had een lage score op zijn spelling en zijn zuster was geen rekenwonder, maar bleek wel uit te blinken in begrijpend lezen. En dat zijn de resultaten waar voornamelijk naar wordt gekeken bij de keuze van de middelbare school.

Maar een CITO-toets en een eindadvies van de leerkracht vormen slechts een startpunt. Zo vertel ik de kinderen regelmatig bij de cursus Zin in de brugklas. En daarbij geef ik het voorbeeld van mijn eigen man Erwin die het domste jongentje van de klas was op de basisschool, maar uiteindelijk is afgestudeerd aan de universiteit. En over de jongen van 16 die ik had mogen begeleiden. Hij was met een HAVO-advies van de basisschool gegaan, maar hield niet van leren. En kwam uiteindelijk bij het VMBO-kader uit.

“Als ik de hoogste CITO-score haal, neemt mijn vader me mee voor een trip naar New York”, vertelde een jongeman mij tijdens een van de cursussen. Hij kwam twee punten te kort en het voelde voor hem alsof hij vreselijk had gefaald. Zo zal ik het nooit doen, had ik toen besloten. Het gaat niet om het resultaat, maar om de inzet en het plezier dat ze beleven aan het leren. Wanneer ze dan ook met hun rapport thuis kwamen, besteedde ik er niet te veel aandacht aan. En ze kregen zeker geen grote cadeaus, zoals ik wel hoorde van klasgenootjes. Leren doe je voor jezelf en niet voor het eindresultaat van de toets.

Zo leerde zoon Jerome ook praten, lopen, lezen, voetballen, zwemmen, schaken. Vanuit een intrinsieke motivatie: hij wilde het graag. En langzamerhand wordt de motivatie verlegd naar extrinsiek: kinderen krijgen een sticker als ze goed opletten en een hoog cijfer als ze gedaan hebben wat er van hen werd gevraagd. “Je begrijpt toch wat er staat?”, vroeg Jerome toen ik hem maar eens wees op het feit dat je fiets met een f schrijft. Uiteindelijk besefte hij ook wel dat het nodig was om volgens spellingsregels te schrijven. Anders begrijpen de mensen misschien niet wat er staat of denken ze dat je heel dom bent.

“Wat was er eerder: de kip of het ei?”, vroeg Erwin tijdens de lunch. “De kip natuurlijk!”, riep Rosalie na 2 minuten stilte. “Hoe zo dan?” Ze keek ons verbaasd aan met in haar ogen de gedachte: dat jullie dat niet begrijpen. “Nou kijk, je zegt toch eerst kip en dan ei?”. En wij begrepen wel meer niet van onze kinderen. Hoe Jerome met zijn technisch lego een versnellingsbak in elkaar knutselde. Of hoe Rosalie zich zo verdiepte in haar nieuwe hond (door boeken te lezen, te kijken naar honden, met mensen te praten). Ze voedde hem zelf op.  En daarbij richtte ze haar eigen hondenoppas bedrijf op!  Of die keer dat Jerome zijn spreekbeurt hield over Vincent van Gogh. Hij wilde er alles van weten en ging in de klas uitleg geven over de verschillende schilderijen. Hij kreeg een 10, maar dat deerde hem niets. Hij vond het gewoon leuk.

“Wat willen jullie, gaan we voor het VMBO of niet?”, vroeg ik tijdens het avondeten aan de kinderen. Nog even terugkomend op het rapportgesprek. En wij probeerden de situatie te schetsen. De spagaat waarin we zitten. Waarbij de CITO-toets steeds meer de baas gaat worden en de kwaliteiten van kinderen daarbij minder waarde lijken te hebben. Kwaliteiten die kinderen juist nodig hebben om te worden wie ze willen zijn. “Als spelling zo belangrijk is, dan ga ik daar toch gewoon voor oefenen, zo moeilijk is het niet.”, opperde Jerome als oplossing. Zeker niet zo moeilijk als in vergelijking met het maken van zijn eigen versnellingsbak van technisch lego.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev...

En op de gang zijn we.... STIL

  “Ja. We zijn vandaag de boeken aan het inventariseren”, vertelde een hulpmoeder mij terwijl ik een blik wierp in de schoolbibliotheek. Ik zuchtte. “Dat kan wel de hele dag duren, hoor”. Het betekende dus dat ik op zoek moest gaan naar een andere plek in school, waar ik met de kinderen van groep 7 aan de nieuwe 10-weekse lessenreeks “De Kracht van Aandacht” zou kunnen beginnen vandaag. Dan maar het speellokaal. En terwijl ik de deur van de speelzaal open doe, zie ik al dat het vol staat met glijbanen, klimrekken, een trampoline, een evenwichtsbalk en vooral heel veel ballen. De moed zinkt me in de schoenen. “De pedagoog als ruimte”, schiet mij te binnen. Ik besef dat deze ruimte toch wel erg afleiding voor de kinderen is om de kracht van aandacht te gaan ervaren.   Alsof ik in het zwembad was “Het voelde alsof ik in het zwembad was. Heel diep op de bodem. Daar is het zo stil, dan hoor ik alleen nog maar mezelf en het water”, verzuchtte hij na 15 minuten. Ik had de kind...

Mijn kind leert foute dingen op school

  “Eeehhhh, juf, kan ik je even spreken?” Het is vrijdagochtend half negen en ik sta bij de deur om de kleuters te begroeten. Ze mogen kiezen: een high five, een knuffel, een zwaai, een billenbots, een hand. De meeste kinderen wijzen op de poster “de knuffel” aan. Een goed begin van de dag. Maar daar staat dus opeens een vader voor me. Hij kijkt me zorgelijk aan. En vertelt dat zijn zoon sinds kort thuis “fuck you” zegt en zijn middelvinger opsteekt. Dat deed hij anders nooit. “Mijn kind leert foute dingen hier op school…” “Ja dat begrijp ik, maar hij leert het niet van mij!” Vader gaat verder. Dat hij het leert van de grote kinderen, uit groep 3 en ik beloof hem dat ik er vandaag eens extra op ga letten. Terwijl de kinderen in de kring plaatsnemen, gaat de gouden spiegel rond. “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er vandaag met mij aan de hand?” De kinderen kijken om de beurt vol aandacht in de spiegel en vertellen iets over wat ze zien. “Mijn haar is er af, ik ben naar d...