Doorgaan naar hoofdcontent

Hou je kop nou eens


“Hou je kop nou eens”, klonk het van achter de laptop met een onvervalst Amsterdams accent. Vader nam niet de moeite om even op te kijken naar zijn kind en contact met haar te maken. Hij was verdiept in zijn laptop en zij in haar spel. Een schattig meisje van misschien net 4 jaar met een roze broek, roze trui en een roze strik in haar haar. Ze had een pleister op haar linkeroog en zat op de grond midden in de wachtkamer van het ziekenhuis. Terwijl haar ouders druk bezig waren met hun smartphone en laptop, had zij wat blokken gevonden waar ze heel lief mee aan het spelen was. De wachtkamer was gevuld met vooral oudere mensen die verlekkerd zaten toe te kijken. Waar het meisje overigens niets van merkte, want ze ging helemaal in haar spel op. Zodanig dat ze ook met een steeds luidere stem ging praten tegen haar blokken. “Nee, jij mag eerst en die ander moet wachten. Rustig aan, niet vallen.” Dat was het moment voor haar vader om uit zijn slof te schieten.

Ik voelde de irritatie bij me opkomen en had de neiging om deze meneer eens haarfijn uit te leggen waar zijn kind mee bezig was. Eigenlijk zou ik niets liever dan lekker op de grond er bij te gaan zitten om mee te spelen. De vorige keer had ik dat ook gedaan bij een ander spelend kind. En de tijd in de wachtkamer was omgevlogen. We gingen zelfs verstoppertje doen, zodat toen de dokter mij eindelijk kwam roepen, ik even zoek was. Hilariteit al om. Maar dit keer was het anders. In de woorden “hou je kop nou eens”, zat zoveel venijn dat ik het niet aandurfde om er iets van te zeggen. Dan zou er een scene worden geschopt in de wachtkamer van het ziekenhuis en daarmee zou het spel van dit schattige meisje helemaal verstoord worden. Tegelijkertijd vroeg ik me af: Wie ben ik om me hier ongevraagd mee te benoemen? Ik keek het meisje met een bemoedigende glimlach aan en ze speelde rustig verder.

Waarschijnlijk was ze niets anders gewend. De smartphone, iPad en laptop vervullen een centrale rol in ons leven, besefte ik een paar weken later. Ik liep op De Dijk in Volendam en zag daar grote groepen toeristen rondlopen. Allemaal met hun smartphone in de hand, waarmee ze werkelijk overal een foto van maakten. Van de ijscowinkel, mijn hond, een duif, maar vooral van zichzelf. Echt gekeken met eigen ogen werd er niet meer. En die foto’s werden waarschijnlijk dan ook direct vluchtig weer doorgestuurd of gepost. Waar iedereen dan weer op kon reageren. Ik dacht daarbij aan het televisieprogramma dat ik had gezien over de schilderijen van Van Gogh. Schilderijen met een eeuwigheidswaarde, waar soms maandenlang zorgvuldig en met aandacht aan werd gewerkt. De schepen in de haven, de lichtinval, de vogels, de kleuren. Echte meesterstukken die ook veel langer mee zullen gaan. dat kon niet gezegd worden van deze vluchtige kiekjes.

“Ping, ping, ping”, de piepjes van de nieuwe mobiele telefoon van Rosalie gingen tot laat in de avond door. Klasgenoten die elkaar appten waar ze mee bezig waren. “Eeeeel”.  “Echt?” “Ja cool man”. De volgende ochtend zag ze dat ze wel 40 berichten had gekregen en ze besloot om per direct uit de groep van What’s app te stappen. “Daar ga ik me niet mee bezig houden. Dat gaat helemaal nergens over.” En ik besloot dat ook te doen, omdat ik besefte dat ik ook langzamerhand werd geleefd door de smartphone. Waarbij ik soms wel 8 keer per dag ging kijken of er berichten waren binnengekomen. En dat ging echt ten koste van het normale contact met mensen. “Ik lees nog maar een keer per dag mijn e-mail en berichten”, vertelde ik vol trots aan iedereen die dat wilde horen. Maar het bleek lastiger te zijn dan gedacht.


“Ja, maar misschien is het wel belangrijk om toch even mijn mail te chekcen”, vertelde een stemmetje in mijn hoofd mij. “Nee, nu moet je echt kijken, want anders weet je niet welke kinderen zich hebben aangemeld voor de les van vanmiddag.” “Ach, even tussendoor kan toch geen kwaad, er is verder niemand thuis en ik verveel me.” Langzamerhand had dit stemmetje minder te vertellen en kwam er weer ruimte om “te spelen”. Net als bij het meisje met de roze strik in haar haar.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj