Daar stond hij: door en
door nat, een verwilderd gezicht en zijn zware voetbaltas op zijn schouder. "Wat kom jij nou doen?", vroeg hij met een vermoeide stem. De
afspraak was dat hij deze avond zelfstandig met de bus na zijn voetbaltraining
naar huis zou gaan. Maar nadat we een blik hadden geworpen in de computer
besloot vader Erwin hem maar even op te halen met de auto. "Jerome, ik
maak me zorgen om je en daarom kom ik je halen", vertelde hij hem met een
ernstige stem. Het werd een gesprek tussen vader en zoon.
"Bent u de moeder van Jerome?", had het een
week eerder geklonken aan de telefoon. Ik beaamde het en de mentor van Jerome
ging verder. "Ik bel u om te vragen hoe het met hem gaat." En ze
vervolgde: "Ik heb gezien dat hij nu voor drie vakken onvoldoende staat.
Houdt u wel in de gaten of hij zijn huiswerk maakt?" Dat deed ik eigenlijk
niet, en was ik ook niet van plan te gaan doen. En ik legde uit dat het zijn
eigen verantwoordelijkheid is, maar dat ik zeker van plan was te vragen wat er
aan de hand was.
"Wie was dat, mam?", vroeg hij terwijl hij aan
tafel de Donald Duck zat te lezen. En ik vertelde over de zorgen van zijn
mentor. Ja, hij stond inderdaad een onvoldoende voor Nederlands, Engels en
Duits. En voor alles had hij een verklaring. Bij Nederlands had het te maken
met de toets "begrijpend lezen", die zwaar meetelde en waar hij nu
eenmaal niet goed in was. Ik had eens gesuggereerd dat hij dat wel kon worden,
wanneer hij wat vaker een echt boek ging lezen in plaats van de Donald Duck.
Engels was een onvoldoende, omdat hij het verkeerd had geleerd. En voor de
Duitse onvoldoende had hij ook een verklaring: "Die toets had ik de
ochtend na de voetbalwedstrijd tegen Ajax. Ik was nog zo moe dat ik mijn ogen
niet open kon houden."
"Wanneer maak jij je huiswerk en hoe doe je
dat?", had vader Erwin belangstellend gevraagd tijdens de autorit terug naar
huis. En Jerome vertelde enthousiast over zijn fotografisch geheugen. Dat
herkende ik nog van vroeger. Als ik geen zin had om te leren, of niet genoeg
tijd had, dan maakte ik een foto in mijn hoofd van de lesstof. De volgende dag
kon ik dan tijdens de toets de foto weer voor de geest halen en lukte het om
een voldoende te scoren. Een week later was ik alles weer vergeten. Hiermee
hadden we de essentie van Jerome's huiswerkvraagstuk te pakken. Hij leerde niet
diep, maar oppervlakkig. In de pauze op school en als het echt niet anders kon
ook nog een beetje op zondagmiddag.
's Avonds op de bank gingen we het wat verder verkennen.
Erwin vertelde over de "diplomalullo's". De studenten die alleen bij hem komen om
een diploma te halen en absoluut niet geinteresseerd zijn in het vak. Daar
lopen er tegenwoordig veel van rond. "Wat heb ik nodig om een zes te
halen?", is de vraag waar ze meestal mee komen. En dat is waarschijnlijk ingegeven door
de prestatiecultuur die tegenwoordig in het onderwijs heerst. Het gaat steeds
meer om kennis en minder om wijsheid. Zo hadden wij onze kinderen niet opgevoed. Naar
rapporten werd nauwelijks gekeken, we luisterden wel naar hun enthousiaste verhalen.
Over geschiedenis, biologie en wiskunde. Toen Jerome tien was, leerden we hem
over de stelling van Phytagoras, omdat hij dat graag wilde weten. En de
afgelopen maanden sloten we gezamenlijk
de dag af met filosofische vraagstukken uit het boek "De wereld van Sofie".
Dat hij geen talenknobbel had, was ons wel duidelijk. Die
had zijn tweelingzus gekregen. "Het is een echt beta-mannetje", had
ik de mentor uitgelegd. Nu bleek dat hij ook voor wiskunde een vier had
gehaald, werd het tijd om in de auto te stappen en hem op te halen van de
voetbaltraining. En uit te leggen wat "we komen doen..."
Reacties
Een reactie posten