"Hoi mam", zei hij toen ik de voordeur open
deed. Met een verwilderde blik in zijn ogen liep zoon Jerome langs me naar de keuken.
"Honger!" En terwijl hij drie mandarijntjes achter elkaar naar binnen
werkte, vertelde hij dat zijn dag "wel leuk" was geweest. Ik vertelde
enthousiast over Saar (de hond) die wederom een konijn had gevangen. Maar het
leek hem dit keer niet te interesseren. "Ik ga mijn huiswerk maken."
En hij haalde zijn biologieboek uit de zware rugzak. Er viel een briefje uit,
op de grond. Met daarop de tekst: "Ik mag niet voor mijn beurt
praten."
In mijn herinnering ging ik terug naar een week geleden.
Ik had een groepje jongens de rots en waterles uitgezet, omdat ze zich respectloos
gedroegen. Richting de andere kinderen, maar ook richting mij. "Wat is
respect volgens jou?", had ik na afloop gevraagd. Ja, ze baalden er ook
van. Waren liever in de les gebleven, maar ze hadden zichzelf gewoon niet meer
in de hand. We besloten wat spelregels op te stellen die keurig werden
genoteerd op een vel papier. "Ik geef het goede voorbeeld." "Ik
luister naar anderen." "Ik sta sterk, ook als het even tegen
zit." De kinderen hadden met het contract ingestemd door een vingerafdruk
met inkt er op te plaatsen. "Wat doen we als iemand zich er toch niet aan
kan houden?", vroeg iemand zich af. "Dan moet hij het honderd keer
overschrijven, voor straf."
En die straf had mijn zoon dus ook gekregen. Met een brok
in zijn keel deed hij zijn relaas. Het zat hem niet lekker. Biologie was een van zijn lievelingsvakken
en het thema cellen en organen sprak hem enorm aan. Enthousiast vertelde hij
over de haar die hij onder de microscoop had onderzocht. Dat enthousiasme had
hij blijkbaar ook in de klas gehad toen hij zijn vraag stelde, zonder zijn
vinger op te steken. Dat deed hij wel vaker. En op de basisschool werd er altijd
soepel mee omgegaan. Er werd een geintje van gemaakt. Maar deze leraar zag het
toch anders en besloot hem strafwerk te geven. "Ik mag niet voor mijn
beurt praten." En dat 40 keer herhalen.
Hij had al meer straf gekregen op zijn nieuwe middelbare
school. "Ja mam, als je met potlood schrijft, dan krijg je
puntenaftrek", zo verklaarde hij zijn 4 voor Frans. "En als je de
berekening er niet bij schrijft bij je wiskundetoets, dan wordt het niet
nagekeken." Er bleek ook een leraar te zijn die met zijn rode pen dikke
strepen zette onder alles wat hij niet kon lezen. Ook daar gold een
puntenaftrek voor. En van een vriendin hoorde ik dat haar dochter een 1 had
gekregen, omdat ze tijdens de toets een geodriehoek wilde lenen van een
klasgenoot.
Die middag kwam dochter Rosalie thuis. Haar gezicht stond
op onweer. Ook zij stoof door naar de keuken en stopte drie mandarijntjes
achter elkaar in de mond. Met volle mond vertelde ze dat haar wiskundeproefwerk (die ze die ochtend moest inhalen) zoek was en ze dus veel later er aan kon beginnen. Waardoor ze te laat kwam
voor de volgende les. "Ik werd er gewoon uitgestuurd en moest een briefje
halen, mam. Zo oneerlijk." Uit protest besloot ze helemaal niet meer naar
die les te gaan.
Ik had moeite om een glimlach te onderdrukken. Het worden pubers,
die zo af en toe opstandig zijn, besefte ik. Laten we vooral ook naar ze blijven luisteren.
In plaats van ze alleen maar te belonen en bestraffen.
Reacties
Een reactie posten