Doorgaan naar hoofdcontent

Laat jij je dochter alleen fietsen in het donker?


 "Laat jij je dochter 's avonds alleen over het dijkje in het donker naar huis fietsen?" had een moeder mij een paar maanden geleden met verwijtende stem gevraagd. "Ja, waarom niet?" De vraag had er voor gezorgd dat ik dochter Rosalie voortaan tegemoet liep, wanneer zij van de manege naar huis fietste. Ik zag haar dan in de verte aan komen rijden als een klein lichtpuntje dat steeds groter werd. Met een enorme vaart reed ze dan over het kronkelende dijkje waar geen verlichting was. Alleen van de maan, als ze geluk had. Maar dit keer zag ik na een kwartier nog geen lichtje aankomen en ik voelde de ongerustheid opkomen.

"Zie je wel, het is niet verantwoord om haar alleen te laten fietsen. Straks ligt ze met fiets en al in die koude sloot. Of is ze door iemand aangereden, die haast had. Of is ze in een busje meegesleurd." De stemmetjes in mijn hoofd maakten overuren. En ik herinnerde me opeens een verhaal van een jongen die mij afgelopen week in de les vertelde dat hij niet meer buiten durfde te spelen, omdat hij had gehoord dat er kinderlokkers actief waren. Ik kreeg het nu echt benauwd en besloot samen met de hond terug naar huis te rennen. "Joh, waar maak je je toch druk over. Ze is vast wat langer gebleven om de paarden af te zadelen. Die redt zich wel hoor." Stelde man Erwin mij gerust. Het zat me niet lekker.

Die ochtend had ik nog gelachen om mijn eigen angsthaas, zoon Jerome. Zijn wekker was niet afgegaan, waardoor hij veel te laat wakker werd en niet meer de bus kon halen om op tijd op school te komen. "Weet je wat, ik breng je wel even", beloofde ik hem. Hij was nog niet gerust gesteld. We sprongen in de auto en reden weg. "Kun je niet wat harder?" piepte hij toen ik keurig 50 kilometer per uur door het dorp reed. Toen we op de grote weg reden, bleek dat we achter een trekker zaten. "Haal hem toch gewoon in", opperde hij geïrriteerd. En ik legde uit dat dat onverantwoord zou zijn in de drukke ochtendspits.

"Anders kom ik te laat..." "Ja, en?" Ook ik was nu geïrriteerd, want ik merkte dat ik door dit gedoe en de regen met harde wind niet goed op de weg kon letten. "Als we nu gaan inhalen, kom je er helemaal niet." Ik voelde zijn angst en probeerde hem gerust te stellen. En haalde eerst een paar keer diep adem, voordat ik verder praatte. " Wat is het ergste dat je kan overkomen?" Hij verzuchtte: "Dan moet ik in het strafklasje morgen na school en dat kan niet want ik heb voetbaltraining." Moedeloos keek hij me aan. "En hoe groot is de kans dat je te laat komt? We hebben nog 15 minuten…" Hij ging rekenen in zijn hoofd en zijn eigen antwoord stelde hem gerust. We kwamen keurig om 5 voor 8 aan op het schoolplein.

Dat was ook het tijdstip waarop Rosalie haar paardrijles was afgelopen, maar dan 12 uur later. Ik had me een uur vergist met ophalen en toen ik oververhit op de manege arriveerde liep ze me met een stralende glimlach tegemoet: " Oh mam, wat lief dat je me op komt halen. Durfde je wel over het smalle dijkje te rijden in het donker?"


Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev...

En op de gang zijn we.... STIL

  “Ja. We zijn vandaag de boeken aan het inventariseren”, vertelde een hulpmoeder mij terwijl ik een blik wierp in de schoolbibliotheek. Ik zuchtte. “Dat kan wel de hele dag duren, hoor”. Het betekende dus dat ik op zoek moest gaan naar een andere plek in school, waar ik met de kinderen van groep 7 aan de nieuwe 10-weekse lessenreeks “De Kracht van Aandacht” zou kunnen beginnen vandaag. Dan maar het speellokaal. En terwijl ik de deur van de speelzaal open doe, zie ik al dat het vol staat met glijbanen, klimrekken, een trampoline, een evenwichtsbalk en vooral heel veel ballen. De moed zinkt me in de schoenen. “De pedagoog als ruimte”, schiet mij te binnen. Ik besef dat deze ruimte toch wel erg afleiding voor de kinderen is om de kracht van aandacht te gaan ervaren.   Alsof ik in het zwembad was “Het voelde alsof ik in het zwembad was. Heel diep op de bodem. Daar is het zo stil, dan hoor ik alleen nog maar mezelf en het water”, verzuchtte hij na 15 minuten. Ik had de kind...

Mijn kind leert foute dingen op school

  “Eeehhhh, juf, kan ik je even spreken?” Het is vrijdagochtend half negen en ik sta bij de deur om de kleuters te begroeten. Ze mogen kiezen: een high five, een knuffel, een zwaai, een billenbots, een hand. De meeste kinderen wijzen op de poster “de knuffel” aan. Een goed begin van de dag. Maar daar staat dus opeens een vader voor me. Hij kijkt me zorgelijk aan. En vertelt dat zijn zoon sinds kort thuis “fuck you” zegt en zijn middelvinger opsteekt. Dat deed hij anders nooit. “Mijn kind leert foute dingen hier op school…” “Ja dat begrijp ik, maar hij leert het niet van mij!” Vader gaat verder. Dat hij het leert van de grote kinderen, uit groep 3 en ik beloof hem dat ik er vandaag eens extra op ga letten. Terwijl de kinderen in de kring plaatsnemen, gaat de gouden spiegel rond. “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er vandaag met mij aan de hand?” De kinderen kijken om de beurt vol aandacht in de spiegel en vertellen iets over wat ze zien. “Mijn haar is er af, ik ben naar d...