"Kun je dat boek nog terugsturen? Ik moet het
niet." Met een woest gebaar smeet hij zijn vakantiecadeau op tafel.
Ieder jaar kocht ik een vakantieboek voor onze kinderen. Onze dochter verheugde zich er al weken op welk boek ik nu met zorg voor
haar had uitgezocht. Onze zoon vroeg zich af of hij niet gewoon het geld
mocht hebben om er iets anders van te kopen. "Ik hou niet van lezen",
mopperde hij dan. Dit keer was zijn reactie wel heel heftig. En die van mij (in gedachten) ook: "Je bent gewoon een verwend nest. Misschien wordt het tijd om bij je
oom te gaan wonen."
Zijn oom was het voorbeeld van leven in soberheid. Het
was er nooit warmer dan 18 graden in huis. Het water waarin hij (een keer per
week) de zakjes met sateetjes opwarmde, werd aansluitend gebruikt om de afwas
mee te doen en de vloer mee te dweilen. Over een mobiele telefoon beschikte hij
niet. Hij had nog zo'n ouderwetse huistelefoon, waar je hem 's morgens van 10
tot 11 uur op kon bereiken. "Lekker rustig." Van oude onderdelen
maakte hij een nieuwe crossmotor. En dat was de gezamenlijke passie die hij met
zijn neef Jerome had. Jerome was gek op hem.
Ook wij hadden jaren geleden wat financiƫle stappen terug
moeten zetten. En daar vertelde ik de kinderen wel eens over. "Ik liep
altijd in een mantelpakje, had een hele grote auto, verdiende veel geld, maar
was niet gelukkig." "Maar waarom ben je dan gestopt met dat
werk?" Werd er dan gevraagd. En dat gaf mij de kans om ze iets mee te
geven over je roeping volgen, over wat echt belangrijk is voor mij in dit
leven. Het zelfstandig ondernemerschap bood niet alleen veel onzekerheid en
minder inkomsten, maar ook een gevoel van vrijheid. Vrijheid om mijn eigen tijd
in te delen en te doen wat goed voelt. "En daarom is er ook altijd iemand
thuis als jullie uit school komen." "Ja, en daarom kunnen wij niet
met het vliegtuig op vakantie naar Griekenland."
Terwijl de rust was teruggekeerd in huis, besefte ik dat
mijn kinderen misschien wel echt verwende nesten waren. Niet zozeer in
materieel opzicht, maar in aandacht. Behalve dat er iedere dag een kopje thee
klaar stond bij thuiskomst, offerde vader Erwin iedere zaterdag op om aan de
voetballijn te staan en zoon Jerome het hele land door te reizen voor zijn
wedstrijden. Er waren ook jongens uit het team die zelfstandig met de trein moesten. En als
dan bij thuiskomst bleek dat er nog huiswerk gedaan moest worden, schoof ik aan
om mee te kijken. "Samen is het toch een stuk gezelliger?" En dan
bogen we ons over de wiskundesommen en ging alles veel meer leven. Leren werd
weer leuk als het niet alleen over toetsen ging.
"Mam, ik ga met de bus, het regent..." De
eerste paar maanden op de middelbare school sprong dochter Rosalie iedere
ochtend op de fiets om samen met haar vriendinnen naar school te gaan. Totdat
het herfst werd en wat kouder. De vriendinnen kregen een busabonnement en
Rosalie kon ook opeens niet meer fietsen. "Wat een flauwekul...",
dacht ik. "Fietsen is hartstikke gezond. Als iedereen op de fiets naar
school zou gaan (minimaal 10 km met tegenwind), dan zou er veel minder onrust in de
klas zijn en de schoolresultaten stijgen", was mijn hypothese. Bij
dochter Rosalie zag ik het verschil duidelijk. Maar alles wat je moet, wil je
niet. Zeker als je puber bent. En ik besloot de keuze bij haar te laten: een keer per
week met de bus en de rest fiets je of betaal je zelf. Ze zat weer op de fiets.
Terug naar het vakantieboek. "Ga je hem terugsturen
mam?", vroeg dochter Rosalie poeslief de volgende ochtend. Ze voelde
dat het een beladen onderwerp was. "Anders zou ik hem wel graag willen
lezen..." Opgelost!
Reacties
Een reactie posten