“Lieve,
geweldige, aardige, leerzame, stoere juf Angela, Wij zouden het suuuper leuk
vinden als u kunt komen op ons kerstdiner. Het is op donderdag 21 december 2017
en de tijd is van 17:45 -19:00.” Met een grote glimlach op mijn gezicht lees ik
de e-mail die in sierlijke gouden letters is geschreven voor de tweede keer
door. En in mijn herinnering ging ik terug naar deze lieve kinderen en juffen die
ik het afgelopen half jaar had mogen begeleiden. Een “probleemklas”, zoals het
werd omschreven, met veel onrust. En kinderen die continu op elkaar reageerden.
Ik besloot zoveel mogelijk er op de fiets naar toe te gaan. Met een reden…
“Aaaaaaah”, hoorde ik toen ik tijdens het kerstdiner
arriveerde, in mijn oude spijkerbroek met foute kersttrui. De kinderen waren
gekleed in prachtige glitterjurken en er waren zelfs een paar jongens die een
colbertjasje hadden aangetrokken en een vlinderstrikje hadden omgebonden. Niet
iedereen was op de hoogte van mijn komst en ze stormden allemaal op mij af. Waarna
we een grote “groepshug” deden. Dat was de eerste keer toen ik ze ontmoette wel
anders. Er waren kinderen die ongeinteresseerd uit het raam zaten te kijken, kinderen die direct mijn grenzen opzochten en
kinderen die de ruimte als een grote glijbaan zagen en helemaal uit hun dak
gingen.
Maar langzamerhand lukte het ze om hun aandacht voor een
tijdspanne van 10 minuten op mij te richten en niet op elkaar. Het lukte ze om
echt naar elkaar te luisteren. Om met elkaar plezier te maken en te dollen. Ze
leerden dat ik nooit meer dan drie waarschuwingen gaf en dat ze bij de vierde
waarschuwing terug naar hun klas mochten, wat overigens nooit is gebeurd. Ze
ontdekten dat als ze tegen mij respectvol warren, ze dat ook van mij terug
konden verwachten. Ze leerden dat ze ergens voor moesten werken, als ze iets
wilden bereiken. Ze genoten van de verhalen over mijn hond en mijn kinderen. En
ontdekten dat ze ook van elkaar konden houden, in plaats van elkaar te haten.
“Wat je in je hart bewaart, raak je nooit meer kwijt”, stond
er op de kaart die ik bij het afscheid kreeg.
Ik had een brok in mijn keel toen ik het las, want dat was precies wat
mijn aanpak was geweest. Om ze vanuit mijn hart te benaderen, niet te
veroordelen, ze niet te willen veranderen. Maar ze te accepteren zoals ze zijn.
Met alle onrust die ze regelmatig in zich dragen. “Ik begrijp het”, dacht ik
regelmatig wanneer ze niet in staat waren om stil te zitten, of zaten te
klooien. Deze kinderen hadden beweging nodig, plezier en echte aandacht. En als
ik dan weer op de fiets zat op weg naar een andere school, genoot ik na van de
les.
Dat fietsen was iets wat ik het afgelopen jaar had
ingesteld. Alle opdrachtgevers binnen een straal van 20 kilometer van mijn
huis, bezocht ik zo veel mogelijk op de fiets. Naast dat het goed voor mijn
conditie was, ontdekte ik ook dat mijn lessen (zeker in de ochtend!) een stuk
relaxter gingen. Ik had dan inmiddels al wat kilometers in de benen en kon veel
kalmer blijven te midden van alle hectiek in de groepen. En de terugweg greep
ik dan aan om het weer los te laten. “Laat los, Laat los”, zei ik dan in mijn
hoofd. Om alle indrukken van die dag weer een plekje te geven. Het werkte
uitstekend en het zorgde er voor dat ik mijn werk niet meer mee naar huis nam.
“Wij hebben er allemaal heel veel van geleerd”, las ik op de
kaart. En ik vroeg me af: wat dan? Ja, ik had ze praktische dingen geleerd
zoals tot 10 tellen en een krachtige lichaamshouding en je ademhaling
gebruiken, heel stil zijn, of je richten op je buik. Precies zoals het in het
rots en waterprogramma was opgenomen. Maar toen ik ze na afloop vroeg, wat nu
het belangrijkste was dat ze hadden geleerd, bleek het toch iets anders te
zijn. “Ik mag anders zijn… en dat is
prima.”, wist iemand mij te vertellen. En ook de juffen, die alle lessen
enthousiast meededen, gingen op zoek naar hun geleerde lessen. En dat had er
met name mee te maken wat de “handleiding” was van deze groep.
“Juf Angela, ik wil wel verkering met hem, maar hij moet het
vragen…”, vertelde ze mij met gloeiende wangen tijdens het kerstdiner. Een
kerstdiner waarbij ze weer als vanouds waren: lekker druk. Alle kinderen hadden
wat lekkers meegenomen en ze genoten van de suikerrijke drankjes. Ze werd
omringd door haar vriendinnen. Hij stond daar tegenover met zijn vrienden. “Ik
vind je wel leuk”, mompelde hij. En zij zei: “Ik jou ook”. Gejuich ging op,
iedereen ging uit zijn dak. Alleen de mistletoe ontbrak nog op dit schitterende
kerstfeest. Dit keer reed ik met de auto terug naar huis, fietsen was niet meer
nodig.
Reacties
Een reactie posten