Doorgaan naar hoofdcontent

Welkom op planeet Aardig

 

Het is maandagochtend 26 september en het sneeuwt in het lokaal van groep 7 op school. Gedachteloos kijken de kinderen in de klas naar de grote vlokken die naar beneden dwarrelen. De takken van de bomen bezwijken bijna onder de witte deken van sneeuw. En als je heel stil bent hoor je ze zelfs kraken. We kijken op het digiboard naar een besneeuwd bospad, verder niets. Ruim een kwartier, en we worden er heel stil van. “Het lijkt wel of ik er zelf ben…”, verzuchtte iemand.

 

Maar er zit niets in

Ik nodig de kinderen uit om hun ogen te sluiten en hun hoofd lekker te laten rusten op hun armen die gekruist op tafel liggen. En begin een verhaal te vertellen over een hond en een poes die daar wonen, naast het besneeuwde bospad. De poes staart net als jullie ook naar buiten, naar de sneeuwvlokken en besluit zijn beste vriend de hond een cadeau te geven. Maar wat geef je aan iemand die alles al heeft? Na een lange zoektocht (de poes gaat er zelfs even de deur voor uit naar de stad), weet hij het: NIETS. Maar waar vind je niets in een wereld vol IETS. Hij gaat weer op zijn kussentje liggen en sluit zijn ogen. “Yes, dat is het”. Hij neemt een grote doos, stopt er niets in, doet er een strik om heen en loopt door de sneeuwstorm naar het huis van zijn vriend. Die blij verrast is met het cadeau. “Maar er zit niets in!”. “Dat klopt”. En ze genieten samen in stilte op het kussentje voor het raam van elkaar en de prachtige sneeuwvlokken.

Je allerbeste vriend

“Wie van jullie heeft er ook een beste vriend?” “En waar herken je die aan?”. De kinderen komen terug uit de stilte en vervolgen met zachte stem de les. Het valt me op hoe goed er naar elkaar wordt geluisterd en ik zie zelfs wat kinderen die even met elkaar oogcontact maken, om te bevestigen dat ze echt vrienden zijn. “Ja, een beste vriend is er altijd voor je.” “Hij vertelt geen geheimpjes door.” “Zij vindt dezelfde dingen leuk als ik.” “En als we ruzie hebben, maken we het meestal de volgende dag al weer goed.” “Dat klopt allemaal, maar waarschijnlijk heb je een nog betere vriend, die altijd bij je is…” Nu werd het echt stil. Ze keken me vragend aan. Ik nodigde ze uit om te luisteren naar een visualisatie waarin ze hun allerbeste vriend of vriendin zouden ontmoeten: ZICHZELF. Na afloop vertelde iemand: “Ja, eigenlijk klopt het wel. Als ik niet lekker in mijn vel zit, ben ik ook geen leuke vriendin voor mijn vriendin. Bijvoorbeeld als ik ziek ben, of chagrijnig…”

Mag ik eerst?

We besluiten een gedichtje te maken voor onze beste vriend. De kinderen vinden het leuk om op deze manier de les te verwerken. Zeker als er ook nog bij getekend mag worden. “Juf, ik wil graag als eerste mijn gedicht voordragen, mag dat?”, vraagt ze me, terwijl ik rondloop in de klas. En na haar volgen er nog veel kinderen die ook graag hun gedicht willen voordragen. Kwetsbare, liefdevolle gedichtjes die me raken, en de andere kinderen in de klas ook. Terwijl de kinderen naar huis gaan om te lunchen, hang ik de gedichten op in het klaslokaal. Mijn oog valt op een zin in één van de gedichtjes: “Je bent welkom op mijn Planeet Aardig”. En ik besef weer wat stilte met ons kan doen.

 

Angela de Rie begeleidt dit schooljaar 1 dag per week groep 7 van basisschool Bommelstein in Almere met het project Stilte in de Klas. Iedere maand doet ze verslag van haar belevenissen in de klas. Angela is docent, pedagoog, verhalenverteller, theatermaker en verbonden aan het platform Even Stilte AUB.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj