“Op een houten bruggetje, zat een krokodilletje. Iedereen
die langs liep, beet hij in zijn billetje. Stoute, stoute krokodil,, mag niet
bijten in mijn bil. Zal politie halen, billetje betalen.” Daar stond ze, amper
4 jaar oud, voor het campingpubliek tijdens de talentenjacht, die de kinderen
zelf hadden georganiseerd. Ze had een zware stem, keek recht voor zich uit, met
een vinger in haar mond en aan het eind wierp ze een glimlach naar de jury. Die
enthousiast reageerde met “tingelingelingeling”. Ze hadden afgesproken dat dit
betekende dat ze het goed vonden. “Eeeeeuuuuummm”, was een teken van afkeuring
en betekende het einde van de talentenjacht voor de kandidaat.
Er bleek veel talent rond te lopen op deze camping in
Zuid-Frankrijk. En niet alleen bij de kinderen. Zo was er Margo van 16 die prachtige
foto’s van paarden en honden kon maken en die vervolgens ging bewerken in
Photoshop. Onze eigen hond Saar mocht bij haar op fotosessie. En dan was er
Melissa die in de namiddag zich in de schaduw van de bomen zich terugtrok met
haar haakwerkje. Ze maakte een prachtig gordijn en vertelde daarbij dat ze een
eigen handwerkshop aan het opzetten was. En dan was er Peter die de kinderen ’s
avonds liet kennis maken met echte glimwormen. Want die zijn er nog in
Frankrijk. Ademloos keken ze naar de kleine lichtjes verstopt in het hoge gras.
Ik mijmerde wat na over het fenomeen talent. De afgelopen
maanden was er nog al wat over in het “pedagogisch vaknieuws” geweest. Het
onderwijs zou meer uit moeten gaan van de talenten van kinderen. Andere
vakgenoten vonden juist dat goed onderwijs vele malen belangrijker was. En
haalden daarbij de 10.000 uur regel aan. Door je ergens gedurende lange tijd op
te concentreren, kun je er pas echt goed in worden. Ik kon me een onderzoek
herinneren van twee violistes van 6 jaar. De een was getalenteerd, de ander wat
minder. Maar die ander ging keihard werken, volgde allerlei lessen en oefende
dagelijks urenlang. Na een paar jaar bleek juist dit meisje veel meer vorderingen
te hebben gemaakt.
Bij me zelf ging ik eens na, waar ik nu echt in gegroeid
was de afgelopen jaren. En dat waren toch
echt de dingen waar ik veel moeite voor had moeten doen. Tot mijn 18e
jaar haalde ik alle diploma’s op mijn sloffen. Het kostte me geen enkele moeite
en echt voldoening had ik er dan ook
niet van. Totdat ik mijn rijbewijs ging halen. Daar bleek ik niet voor in de
wieg te zijn gelegd en geen talent voor te hebben. Als het spannend werd, liet
ik het stuur los. Op een kruispunt vergat ik naar rechts te kijken. Tot wanhoop
van mijn rijinstructeur. Na 5 keer examen te hebben gedaan, haalde ik mijn rijbewijs. “Jij rijdt
geen jaar schadevrij”, zei de instructeur bij het afscheid. Dat is ruim 20 jaar
geleden en ik heb nog nooit een botsing gehad. Het komt vast door de lange voorbereidingstijd.
“Uw zoon heeft veel talent, mevrouw”, wist een jongeman
op de camping mij te vertellen. Hij had zoon Jerome zien voetballen op het
veldje en was onder de indruk. “Woooow, kon ik dat maar.” En ik vertelde hem over
dat er meer nodig is dan talent om goed te kunnen voetballen. Jerome heeft het
geluk dat hij een gezond en sterk lichaam heeft, dat hij een vader heeft die
hem naar alle voetbalwedstrijden en trainingen brengt. Maar ook dat hij voor
het voetbal veel moet laten, afspraakjes met vrienden, schoolfeestjes. Omdat
hij vier keer in de week moet trainen. “Ooh, dat heb ik met judo”, wist hij mij
te vertellen.
Zou het niet mooi zijn als ieder mens zich kan
ontwikkelen in zijn eigen talent en daar heel erg goed in worden?
Reacties
Een reactie posten