“Saartje heeft haar verjaardagscadeautje zelf uitgekozen”,
app ik mijn kinderen die bij opa en oma aan het logeren zijn. Ze staat voor me
met een bloedende duif in haar bek. De veren liggen verspreid in het gras. “Los”,
roep ik met stemverheffing. Ze kijkt me uitdagend aan. Ik probeer het
vervolgens met een hondenbrokje, maar die is echt minder aantrekkelijk dan de
duif. En vervolgens maak ik van de hondenriem een lasso en probeer haar daarmee
te vangen. Iedere keer als ik in de buurt kom, rent ze weg. Ze is dan ook een
jachthond en vogels vangen is haar instinct. Ik besluit weg te lopen (dan komt
ze vanzelf mee) en ontdek de volgende dag dat mensen veel op honden lijken, en
dan vooral jongens: ze moeten zich regelmatig uitleven.
“Yeaahhhhh!” Luidruchtig kwamen ze het lokaal binnen:
acht jongens. Ze hadden keurig wat fruit en drinken meegekregen van thuis, maar
hadden echt geen tijd om daar rustig voor te gaan zitten. Na een hele dag
stilzitten op school en Cito-toetsen maken werd het tijd om je uit te leven. En
daar is een Rots en Waterles uitermate geschikt voor. Er werden ballen
overgegooid, gerend, geduwd en getrokken. Ik bekeek het van een afstandje en
genoot van het enthousiasme. Tegelijkertijd besefte ik dat ik het programma van
vandaag misschien een beetje om moest gooien. En besloot lekker mee te gaan
doen in hun spel. Ik pakte een bal af en rende er mee weg. "Geef hier, kom
terug", riep de jongeman verontwaardigd met een verhit gezicht. " Kom
maar halen", daagde ik hem uit. Hij kwam aanstormen en probeerde de bal
terug te pakken. Het werd een worsteling, we leefden ons uit en leerden
tegelijkertijd iets over zelfverdediging.
"Ik voel me verdrietig vandaag", vertelde een
paar dagen later een meisje mij in de les. Het had die dag gesneeuwd en samen
met de andere kinderen in de klas mochten ze zich uitleven in het park: een
sneeuwballengevecht! Maar niet voor haar. Zij zit in een rolstoel en kon alleen
maar toekijken hoe de andere kinderen plezier maakten met elkaar. "Ik heb
niet eens de sneeuw even vast kunnen houden in mijn hand", vervolgde ze
met een snik in haar stem. Ik kreeg een brok in mijn keel en wist even niets te
zeggen. Het was stil geworden en de andere kinderen keken haar medelijdend aan.
Buiten zagen we nog wat sneeuw liggen. En we besloten om een handje sneeuw te
halen voor haar. Ze nam het in beide handen, bestudeerde de ijskristallen en
voelde hoe de sneeuw langzaam smolt, en langs haar armen op de grond droop. Ook
zij kon zich even uitleven, op haar manier.
De volgende ochtend kon ik mijn bed niet uitkomen. Het
regende weer eens, er stond een ijzige wind en ik had niets zinnigs te doen die
dag. Wel boodschappen doen, de was opvouwen, het eten koken en het huis
aanzuigen. Geen aanlokkelijk vooruitzicht voor mij om me eens lekker in uit te
leven. "Was het maar weer lente", riep de caissière met een chagrijnig
gezicht naar haar collega die drie kassa’s verder zat in de supermarkt.
"Die winter heeft lang genoeg geduurd". En zo ging het nog even door.
Terwijl ik mijn pincode intikte, herinnerde ik me opeens de gebeurtenissen van
de afgelopen dagen weer. En besefte ik dat we toch ontzettend veel van kinderen
kunnen leren, over ons eigen leven. Bij thuiskomst zet ik een muziekje op, haalde
ik mijn tekendoos te voorschijn en een groot stuk papier. Ik vergat de tijd en
leefde me helemaal uit op mijn tekening.
Dat uitleven hebben honden (en ook mensen!) nodig. Honden
die dat niet kunnen of mogen, worden baldadig. Ze gaan aan het meubilair
bijten, luisteren slecht, worden dik en sloom, of zelfs agressief naar mensen
of andere honden toe. En voor kinderen die zich niet kunnen uitleven, geldt
eigenlijk hetzelfde. Als mijn zoon niet zijn dagelijkse voetbaltraining heeft
gehad, is de kans groot dat hij een soort stuiterbal wordt, zijn zus gaat irriteren,
of de hele dag chagrijnig in zijn I pad staart. Laten we ons leven uitleven!
Reacties
Een reactie posten