“Oooooh, is dit het hotel?”, vroeg ze met een luide stem,
terwijl ze met haar grote witte rolkoffer in de hand naar het kamphuis liep
afgelopen zomer. Wij glimlachten. Een
hotel kon je het niet echt noemen: we sliepen op stapelbedden op de
slaapzaal, het rook er muf en de afgelopen dagen bleek er een muggenplaag te
zijn op het eiland. Het kamphuis had meer weg van een jeugdherberg. Maar wel
eentje midden in de natuur en een schitterende tuin met vuurplaats waar we
iedere avond naar de sterrenhemel zouden kunnen kijken. “Ja weet je, ik heb
voor iedere dag een setje kleding meegenomen in mijn rolkoffer, precies op
kleur en gestyled. Dus ik ben ’s morgens wel iets later bij het ontbijt, want
ik kan natuurlijk niet met ongekamde haren komen…” Onze “prinses”, zoals we
haar na 1 dag kamp al noemden, vergeleek zichzelf twee maanden later op een
regenachtige zaterdagavond met een ui.
“Vandaag gaan we kennismaken met de eerste Nederlandse
filosoof en het heeft van alles te maken met mijn bril die ik voor jullie heb
meegenomen.” De jongeman die op het dichtstbijzijnde yogamatje zat, pakte de
bril op en zette hem op zijn neus. “Ik zie echt niets meer…” “Precies. Waar deze filosoof in zijn tijd mee bezig
was: de mensen op een andere manier naar de wereld te laten kijken. En omdat
hij daar niet van kon leven, sleep hij lenzen waardoor de mensen scherper
konden zien. Oja, er is ook een middelbare school in Amsterdam naar hem
vernoemd.” “Ik weet het, ik weet het, het is Spinoza, van het Spinoza-lyceum”,
viel de jongeman recht tegenover mij me in de rede. Hij was het afgelopen half
jaar op zoek geweest naar een middelbare school en had er velen bezocht in
Amsterdam. Ook het Spinoza-lyceum, maar waar Spinoza de wereld had gebracht
leerde hij pas deze avond.
“Ja weet je, jij bent meer een herfstig type. Jij zou wat
meer naar kleding moeten zoeken in de tinten oranje, bruin, geel. Warme
kleuren.” Had onze “prinses” mij geadviseerd tijdens het kamp. Ze had er gevoel
voor, voor schoonheid. Daar waar de meesten zich nog niet zo druk maakten om
hun uiterlijk, deed zij dat wel. En als wij met elkaar een spelletje Levend
Stratego aan het doen waren, presteerde zij het om er tussendoor te schrijden
en het spel stil te leggen voor een selfie met de “maarschalk”. Het zorgde voor
veel hilariteit, waarop ik opperde dat ik wel een boek over haar zou kunnen
schrijven. “Oooh ja, dat lijkt me ook wel wat, een boek schrijven over me zelf.
Mmmm, waar zal ik mee beginnen”, antwoordde ze gevat terwijl ze een pose aan
nam met haar vinger nadenkend bij haar kin. Ik besefte dat ze geen prinses was,
maar het speelde. En ze was echt heel erg rolvast.
Terug naar Spinoza en de yogales, waar onze “prinses” ook
trouw iedere week kwam. Bij de asana’s waar het om doorzettingsvermogen en
kracht ging, bedacht ze altijd wel een manier om het makkelijker te maken voor
zichzelf. Of ze moest even naar het toilet. Ik daagde haar uit, om haar grenzen
ook fysiek op te zoeken en te verleggen. En dit keer had ze zowaar de smaak te
pakken. Bij de concentratieoefening gaf ik de kinderen een uitspraak mee van
Spinoza: “Ik ben die ik ben”. Om dat met hun ogen dicht gedurende 15 minuten te
overdenken. Om ze terug te brengen naar hun eigen wijsheid. Toen ik na een
kwartier de stilte verbrak, waren de inzichten van de kinderen verbluffend.
Zeker van onze “prinses”. Met zachte stem vertelde ze: “Ja, ik besef nu pas dat
ik ben die ik ben. Dat ik geen prinses ben, maar het speel. Dat ik dyscalculie
heb, maar het niet ben. Dat ik een persoonlijkheid ben, maar dat er diep van
binnen ook een ziel is. En dat is wie ik echt ben. Eigenlijk net als een ui,
die je langzamerhand kan afpellen om bij de kern te komen. Ik ben die ik ben.”
Reacties
Een reactie posten