“Weet je wat jij moet doen? Gewoon naar buiten gaan, de hond
uitlaten, een pilletje nemen om te slapen, eens flink huilen en daarna een
glaasje wijn drinken.” Dochter Rosalie voelde aan wat haar vader nodig had. Hij
lag om 10 uur nog in zijn bed en staarde naar het plafond. En dat al een paar
dagen. Opa was overleden en haar papa probeerde dit te verwerken. Op zijn
manier. “Je moet het loslaten”, had iemand geadviseerd. “Je moet het toelaten”,
adviseerde een ander. Maar ook dit keer had dochter Rosalie het bij het rechte
eind.
Ze voelde feilloos aan wat er aan de hand was. Ook toen opa
nog niet was overleden, wist zij al wat er ging gebeuren. “Ik heb buikpijn,
mama”, piepte ze die ochtend. Ik voelde aan haar buik en wist wat er aan de
hand was. De emoties waren al aan het rommelen. Ze bleef thuis van school en
toen wij halsoverkop naar het ziekenhuis moesten, vertrok zij zonder morren met
de hond Saartje naar de dierenarts. Want ook Saartje had buikpijn. “Wat doet je
dochter dat toch lief en vakkundig, en dat voor een meisje van 13”, vertelde de
dierenarts mij aan de telefoon.
“Ik ga niet een gedichtje voorlezen bij de crematie”, wist
ze ons stellig bij thuiskomst te vertellen. “Waarom niet?” “Nou als oma gaat huilen, dan moet
ik ook huilen en dat wil ik niet.” Ze leek toch meer op haar vader dan ze
dacht. Want ook hij wilde niet huilen. Alsof het verdriet niet naar buiten
mocht komen. Maar toen ze die avond onder de douche stond, hoorden we haar al
weer zingen. Zo makkelijk gaat dat bij kinderen. “Ja, je wordt geboren en gaat
ook weer dood. Opa was heel ziek en is nu gewoon vrij. Toch?” Rationeel gezien
had ze natuurlijk gelijk, maar dit voelde toch nog anders.
“Wil jij een toespraak houden bij de crematie?”, werd mij
gevraagd. Ik twijfelde. Maar had ik het niet altijd over “voorleven” tegen de ouders
van de kinderen die bij mij kwamen. Ik had nu de kans om aan mijn kinderen te laten
zien hoe je ook afscheid kunt nemen van iemand die je lief hebt. Om het voor te
leven. En ik had inmiddels de nodige ervaring: ik stond dagelijks een “toespraak”
te houden als ik lesgaf aan de kinderen. Daarbij dacht ik direct aan mijn eigen
moeder. Hoe heldhaftig zij altijd de overledenen en rouwenden had begeleid in
de familie. Ik voelde dat ik hulp zou krijgen “van boven” en besloot de
toespraak te schrijven.
En we kregen meer berichten van boven die dag. "Kijk daar, wat een felle ster." We reden in de auto naar huis en keken allemaal in de door dochter Rosalie aangegeven richting. In de donkere avondhemel was er inderdaad een ster die er uitsprong. "Die ster heeft vanaf nu de 'opa Jan'", Broer Jerome, die toch wat nuchterder aangelegd was, grinnikte. "Het lijkt wel of de ster ons volgt", zei hij een paar dagen later met zachte stem. We zaten rond het kampvuur op Texel en keken omhoog. En ja hoor. Daar was 'opa Jan' weer. "Zo is hij altijd bij ons."
En we kregen meer berichten van boven die dag. "Kijk daar, wat een felle ster." We reden in de auto naar huis en keken allemaal in de door dochter Rosalie aangegeven richting. In de donkere avondhemel was er inderdaad een ster die er uitsprong. "Die ster heeft vanaf nu de 'opa Jan'", Broer Jerome, die toch wat nuchterder aangelegd was, grinnikte. "Het lijkt wel of de ster ons volgt", zei hij een paar dagen later met zachte stem. We zaten rond het kampvuur op Texel en keken omhoog. En ja hoor. Daar was 'opa Jan' weer. "Zo is hij altijd bij ons."
Vader Erwin had goed geluisterd naar zijn dochter en trok zijn eigen plan. Hij maakte grote
wandelingen met de hond. Ging de natuur in, uitwaaien. Deed urenlang aan yoga. “Leven
is leren netjes dood te gaan”, stond er op de scheurkalender deze week. Laten
we vooral weer gaan leven!
Reacties
Een reactie posten