“Ik word zo ontzettend onzeker van al die adviezen”, vertelde ik zuchtend tegen mijn broer die op kraamvisite kwam. Saartje de hond was nog geen 4 dagen in ons gezin en ze gedroeg zich als een echte pup. Ze beet aan de tafelpoten, deed haar plasje en poepje in de woonkamer en probeerde de vaas met bloemen van de tafel te trekken. Na mijn verzuchting kwamen alle goed bedoelde adviezen van mijn broer: “Je moet consequent zijn, ze moet weten wie de baas is." "Ja, laat je haar dan niet ieder uur naar buiten?" "En als ze haar eten niet opheeft, haal je gewoon na 10 minuten het bakje weer weg.” Hij was ervaren, had een grote zwarte bouvier die echt keurig was opgevoed. “Maar mam, als je kinderen kunt opvoeden, dan kun je toch ook honden opvoeden?”, vroeg dochter Rosalie. Saartje was haar grootste wens. Al vanaf het moment dat ze kon praten. Maar ook zij zag dat er werk aan de winkel was.
Rust, reinheid en regelmaat
Als “kraamcadeau” kregen we het boek: “100 Oefeningen om de perfecte hond te trainen” en vol enthousiasme ging ik het bestuderen. Met de pup op schoot die tegelijkertijd de kans greep om haar tandjes te scherpen aan mijn favoriete shawl. En Rosalie bleek gelijk te hebben: het trainen van een hond vertoont veel overeenkomsten met het opvoeden van een kind. Zo las ik tussen de regels door het belang van de drie R’s: rust, reinheid en regelmaat. Als Saartje op tijd werd uitgelaten, deed ze haar behoeften minder in huis. En wanneer het mij lukte om haar te kalmeren wanneer ze vol energie zat, had ze veel minder behoefte om haar tanden overal in te zetten. Waar ze overigens een goede reden voor had – zo bleek bij het bezoek aan de dierenarts: ze was aan het wisselen.
Ze werd terecht gewezen
Socialisatie was het toverwoord, volgens dit boek. De pup moest zo veel mogelijk in contact gebracht worden met verschillende situaties. In de auto dus, kennismaken met de postbode, snuffelen aan de rolstoel van de buurjongen. Maar vooral veel spelen met andere honden. De andere honden lieten haar vol liefde merken dat er grenzen waren. Wanneer Saartje in haar enthousiasme haar tanden zette in de oren (of staart!) van de andere hond, werd ze duidelijk terecht gewezen. Ze kroop over de grond naar hem toe, gedroeg zich onderdanig en het leek wel alsof ze wilde zeggen: “Sorry, ik wilde alleen maar spelen.” Als ik echter heel voorzichtig was geweest, dan had ik haar de kans ontnomen om dit te leren. En weer zag ik een parallel met de opvoeding van kinderen: laat ze maar ervaren in het spel waar de grenzen zijn.
Positief of negatief, het maakt niets uit
Altijd positief blijven, las ik in alle hondenboeken. Wanneer je hond dus de gordijnen van de muur trekt, ga je hem niet straffen, maar bied je een alternatief aan voor zijn spel. Dat bleek een lastige te zijn. Het is zo’n automatisme om “nee’ te zeggen, maar uiteindelijk geef je de hond er alleen maar meer “negatieve’ aandacht mee. En of aandacht nu positief of negatief is, dat maakt een hond niets uit. Hij probeert het gewoon nog eens een keer. Zo werkt het ook bij kinderen! Als jij lekker een boekje aan het lezen bent en je kind verveelt zich, dan zal hij van alles proberen om je aandacht te trekken. Jengelen, zeuren, irriteren. Net zolang totdat jij toegeeeft. Lukt het je dan nog om positief te blijven?
Ze wilde niets liever dan het goed doen
Saartje bleek een snelle leerling te zijn. Na een paar dagen reageerde ze al op haar naam, op de commando’s “kom” en “zit” en wanneer ze een speeltje in haar bek had en wij riepen in koor “los”, dan liet ze het zowaar uit haar bek vallen. Als ze tenminste zag dat er een beloning in het verschiet zat. Een lekker hondenbrokje of een speeltje. Of wanneer ze merkte dat wij haar gedrag goedkeurden. Ze wilde niets liever dan lekker bij ons op schoot zitten kroelen: knuffelen, aaien en spelen. Ze wilde niets liever dan het goed doen. Maar daar had ze nog wel wat hulp bij nodig. En dat geldt ook voor onze kinderen. Om ze te laten ontwikkelen tot nog mooiere mensen dan ze al zijn, gaan we ze leren wat er in de maatschappij van ze wordt verwacht. “Gedraag je zoals het hoort”, “Luister naar de juf op school”, “Ruim je spullen op”, “Wees lief tegen mens en dier”. En dan zullen ze zelf ervaren wat voor effect dat heeft op hun eigen welbevinden en dat van hun omgeving.
Verplichte puppycursus
Een opvoedcursus zou verplicht moeten worden voor alle aanstaande ouders, is iets wat regelmatig in de media wordt verkondigd. Men vindt dat de kinderen (van anderen!) slecht zijn opgevoed en daar zou een dergelijke cursus verandering in kunnen aanbrengen. Want opvoeden is een primaire verantwoordelijkheid van de ouders. En dat geldt dus ook voor de pups. Nu is het nog schattig wanneer Saartje haar plasje laat lopen in de woonkamer, maar wanneer ze over een jaar dat nog doet, zal ze op veel plekken niet welkom zijn. En wanneer ze blijft bijten in de oren en staart van andere honden, komt er een dag dat andere hondenbezitters met een boog om haar heen lopen. In de trein richting Groningen wist een ervaren hondenbezitter mij die week te vertellen dat de puppycursus niet zo zeer bedoeld is voor de pup, maar voor het baasje. Het baasje leert om te gaan met de pup. "Maar," zo vertelde hij mij met een glimlach om zijn mond, "De hond doet het meestal prima op de cursus.
Zonder beloning en regelmatige herhaling van de oefening zijn ze het echter ook weer zo vergeten!"
Zonder beloning en regelmatige herhaling van de oefening zijn ze het echter ook weer zo vergeten!"
Reacties
Een reactie posten