“Hoe laat een hond zien, dat hij het niet leuk meer vindt?” Nou dat wisten de kinderen in de les wel te vertellen: “Dan gaat hij grommen en laat zijn tanden zien, of loopt weg met de staart tussen zijn poten.” Een duidelijk signaal geeft de hond af, maar hoe zit het bij mensen? En ik vertelde de kinderen over mijn dochter die wel eens haar nagels inzet als wapen wanneer haar broer niet naar haar STOP luistert. “Mag dat?” Een ingewikkeld vraagstuk, eigenlijk wisten ze het niet. “Je mag een ander natuurlijk geen pijn doen.” “Ja, maar als hij gewoon niet luistert naar haar STOP, dan moet je wel.” “Je kunt het dan toch ook zeggen tegen je vader of moeder of de juf?” De les ging over grenzen aangeven, voor mij, maar ook voor de kinderen.
Er luistert geen hond meer naar je
We gingen met elkaar oefenen: je loopt naar de ander toe en als diegene STOP zegt, dan stop je. Maar als het niet voelt voor jou als een echte STOP, loop je gewoon door. En zo ontdekten we dat als je STOP zegt met een heel zacht stemmetje, de ander het waarschijnlijk niet eens heeft gehoord. En wanneer je nog een glimlach om je mond hebt, denkt de ander dat je het niet meent. En als je STOP zegt, maar daarbij de ander niet aankijkt, weet hij niet eens dat het tegen hem is gericht. Als je tot slot heel vaak STOP zegt, dan luistert er geen hond meer naar je.
Verwilderd keken ze me aan
Aan die hond moest ik opeens denken toen aan het eind van de les, de kinderen in de kring zaten. Er waren er twee die daar wat moeite mee hadden. En niet op het bankje konden blijven zitten. Ze sprongen steeds op om door het speellokaal te rennen. Eerst maakte ik er nog een geintje over, maar op een gegeven moment ging het me irriteren. Ik pakte ze bij de arm en vertelde dat het nu toch echt de bedoeling was om nog 5 minuten te blijven zitten. Verwilderd keken ze me aan, net als de hond Lente een week geleden. Een oppashond die we hadden losgelaten in de tuin en die er een spelletje van maakte om steeds weer weg te rennen, wanneer wij probeerden haar aan de riem te krijgen. Wat Lente deed, deden deze jongens ook!
Ik had te vaak STOP gezegd
En ze hadden gelijk, achteraf gezien. Ik had ze gedurende de les een aantal keer tot de orde geroepen. De ene jongen was blij de les binnengekomen om mij te vertellen dat hij die les hulpmeester wilde zijn. Ik had hem verteld dat ik me dat kon voorstellen dat hij dat wilde, maar dat er nog 15 andere kinderen dat ook wel zouden willen. Teleurgesteld ging hij zitten. 10 minuten later wilde hij nog iets vertellen over honden, maar vond ik het nodig om nu maar eens met het spel te gaan beginnen. Er hadden al zoveel kinderen hun verhaal gedaan, zo was er geen tijd meer over voor de rest van het programma. Tijdens het spel, kreeg hij maar weinig de beurt, terwijl hij er zichtbaar zin in had. Het lukte hem niet om de rustige oefeningen te doen en ik stelde voor dat hij dan maar even op de bank ging zitten. Bij het worstelspel werd hij door niemand uitgenodigd om mee te doen. En toen hij zichzelf als scheidsrechter had benoemd, om toch maar een rol in het geheel te krijgen, mocht dat niet van mij. Waarom eigenlijk niet? Samengevat: ik had al vaak STOP gezegd tegen deze jongeman en de helft was onnodig geweest.
De 5 tips
Ik ging de STOP-tips nog eens na die ik aan de kinderen had gegeven. Ik had een harde stem gehad toen ik ze sommeerde op het bankje te gaan zitten. Maar ik had de jongens niet aangekeken, ze renden immers rond door het speellokaal. Bovendien was ik zelf niet echt kalm meer, ik was geirriteerd geraakt. En waarschijnlijk waren de jongens nog in de veronderstelling dat het bij het spel hoorde, 3 minuten ervoor waren we immers nog tikkertje aan het doen. Mijn signaal was niet duidelijk geweest. Het spelletje was echter voorbij en na enige stemverheffing van mijn kant zaten ze weer op het bankje. Het was opeens muisstil. De les was afgelopen. Een les die voor mij misschien wel veel groter was geweest, dan voor de kinderen zelf.
Reacties
Een reactie posten