Doorgaan naar hoofdcontent

Word ik later nog steeds gepest?

“Wie van jullie heeft er een belangrijke vraag ?”, vroeg ik de kinderen aan het eind van de Rots en Waterles. Er was iemand die graag wilde weten of hij wel een mooie vrouw zou krijgen. De thema’s schoonheid en vrouwen hielden hem al vanaf les 1 bezig en we maakten er regelmatig grapjes over. Het antwoord stond in de "spirituele kaarten" die hij mocht pakken: “Ja, nog even wachten. Maar is dit echt wat je wilt?” Er bleek nog een belangrijke vraag te zijn, waar we met elkaar diep over gingen nadenken, voordat we het antwoord zochten in de kaarten: “Word ik later nog steeds gepest?”
Ik vertrouw niemand
De jongeman – die de vraag had gesteld - kwam iedere les blij en enthousiast binnen. Hij was nieuwsgierig, sterk, wilde veel weten en wist het ook vaak beter. Hij was soms wat onrustig, maar genoot ook van de ruimte die hij daar in kreeg bij mij in de les. Om eens lekker met elkaar te dollen en samen te spelen. En daar van alles over te leren. Op een dag vertelde hij dat hij eigenlijk niemand vertrouwde en over een fijne herinnering voor de WOW-oefening moest hij heel lang nadenken. Het werd uiteindelijk de herinnering aan het aaien van zijn konijn. “Ja, eigenlijk zou ik dat wat vaker moeten doen”, verzuchtte hij toen. Het was muisstil op dat moment, de andere kinderen leefden met hem mee. Ja, bij Rots en Water voelde hij zich prettig en werd hij niet gepest, maar zou dat ook op school kunnen en later als hij groot was?
Pestkoppen hebben pijn van binnen
We besloten het onderwerp “pesten” nog maar eens te verkennen in de les. En ik vertelde over hoeveel kinderen er gemiddeld gepest worden in een klas en dat de grootste pestkoppen vaak kinderen zijn die vroeger zelf ook gepest zijn of om een andere reden “pijn van binnen” hebben. Omdat ze het thuis niet zo fijn hebben of vervelende dingen hebben meegemaakt. Of omdat ze zo graag een vriend willen hebben, maar nooit hebben geleerd hoe ze dat kunnen doen. En ook volwassenen pesten regelmatig. Denk maar eens aan de burenruzies, familieruzies en laatst hoorde ik van een oude oma dat ze in het bejaardenhuis werd buitengesloten bij de wekelijkse bingomiddag. Ze won te veel en de andere bejaarden hadden besloten om een uurtje eerder te gaan bingoen, zonder het haar te vertellen. Op haar plek zat een nieuwe bingo-speler, zag ze toen ze achter haar rollator (te laat) kwam aanschuiven.
Goed voorbeeld doet volgen
Je kunt de pestkoppen niet veranderen, maar je kunt wel gaan kijken hoe je er zelf het beste mee om kunt gaan. De “lekker belangrijk”-houding noemen we dat bij Rots en Water. “Het zegt uiteindelijk meer over de pestkop, dan over jouzelf.” En van de 30 kinderen in de klas zijn er altijd wel 15 die niet aan het pesten mee doen en het gewoon leuk willen hebben met elkaar. Richt daar je aandacht maar op. Allemaal adviezen die je de kinderen kunt meegeven, maar hoe reageer je wanneer iemand je vertelt dat je een “bangerik” bent? Als je van jezelf weet dat je dat bent, dan heeft hij dus gelijk. En als je geen bangerik bent, nou dan heeft hij het niet goed gezien. Het lijkt zo makkelijk. En het makkelijkste is nog steeds: het goede voorbeeld geven. Laat maar zien hoe jij het fijn vindt om met mensen om te gaan. Goed voorbeeld doet volgen.
Was het plagen of pesten?
“Ik ben vandaag gepest op school”, vertelde een jongen aan het begin van de les. Hij keek wat bedrukt en vertelde dat ze sneeuwballen aan het gooien waren op het schoolplein en toen gooide iemand een ijsbal tegen zijn hoofd aan. Het had flink pijn gedaan en we zagen de afdruk nog. “Is dit pesten, of was het gewoon een ongelukje?”, vroeg ik de kinderen. Sommige kinderen kunnen namelijk niet goed inschatten wanneer plagen pesten wordt. Voor hem was het verschil wel duidelijk: “Nee, dit was pesten, want hij vond het leuk dat ik pijn had. Hij ging lachen.” Het verschil zit hem er dus in, dat wanneer iemand je bewust pijn doet (met woorden of sneeuwballen of iets anders) het pesten is en al het andere is plagen.
Wat je aandacht geeft groeit
“Mam, de grote jongens hebben mijn bal afgepakt op school”, wist mijn zoon Jerome mij bij thuiskomst te vertellen. Daar krijgt hij meer aandacht voor van mij, dan wanneer hij had verteld dat ze lekker hadden gevoetbald. Ik vroeg dan ook wat er was gebeurd en hoe hij dacht het te gaan oplossen. En naarmate we het verder hadden verkend, bleek dat hij weliswaar zijn voetbal kwijt was, maar zelf had ingestemd dat de jongens hem mochten lenen. Ze waren alleen niet zo beleefd geweest om de bal aan hem terug te geven. De volgende dag had hij zijn bal weer terug, niets aan de hand. Dat wat je aandacht geeft, gaat groeien, besefte ik opeens weer. Veel aandacht in de klas voor pesten, kan er zelfs voor zorgen dat er misschien wel meer gepest wordt. Bij Rots en Water hebben we het dan ook liever over vertrouwen hebben. Vertrouwen hebben in jezelf en in elkaar. In een vertrouwde en veilige omgeving, waarin iedereen elkaar accepteert zoals hij is, is pesten niet meer nodig.
De sterren hadden het mis
Terug naar de belangrijke vraag: “Word ik later nog steeds gepest?”. Na het gesprek over pesten, besloot de jongeman toch zijn vraag voor te leggen aan de kaarten. In de natuurkaart stond: “Kijk vanavond uit het raam, zie je een heldere ster, dan is het antwoord NEE.” Vol verwachting toog hij na de les naar huis. Er was echter bewolking die avond en hij zag geen sterren, waaruit hij de conclusie trok dat het pesten dus niet zou stoppen. De hele week was hij van slag. Bij de volgende les vertelde ik de kinderen dat ik in de plaatselijke krant mijn horoscoop had gelezen: ik zou deze week verliefd worden. Maar de sterren hadden het mis, ik was een week eerder al verliefd geworden (op onze nieuwe pup!). De sterren kunnen het dus ook wel eens mis hebben. Ook de heldere ster die even niet op het gewenste moment aan de hemel verscheen. Opgelucht vervolgden we de les.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj