Daar stond ze, achter het kraampje van haar ouders op de braderie. De ouders probeerden armbandjes te verkopen en vlechtjes voor in het haar van de meisjes. Het was druk bij de kraam en ze stond er wat verloren bij. Zowel zij als haar ouders spraken nauwelijks Nederlands, ze waren afkomstig uit Zuid Amerika waarschijnlijk en trokken door Nederland met hun kraam om op de markt wat geld te verdienen. Op haar blauwe t-shirt stond met sierlijke letters All I want is everything en dat trok mijn aandacht.
Ik haat je
Want nu we een paar dagen op de camping vertoefden, viel me op dat er veel kinderen “everything” wilden en dat de ouders daar regelmatig maar aan toegaven. Om de goede vrede te bewaren. Zo hadden wij naast ons een tent met daarin een gezin met twee kinderen. Een dochter van 9 en een zoon van 6. Die heel erg veel wilde. En als hij het niet kreeg, dan begon hij hard te krijsen en zijn ouders uit te schelden. “Ik haat je, hou je bek”. En dat uit de mond van een op het eerste gezicht keurig jongetje.
Calimero vond heel veel niet eerlijk
Hij kreeg dan ook van ons een bijnaam: Calimero. “Jij bent groot en ik ben klein en dat is niet eerlijk”. Onze Calimero vond heel veel niet eerlijk. Als hij met zijn theepot wilde spelen, of mee moest naar het strand, of geen ijsje kreeg. En vooral ’s morgens vroeg, ’s avonds laat en rond etenstijd. Calimero werd dan ook altijd vroeg wakker en ging meestal niet voor 11 uur naar bed. Dat maakt een kind van 6 oververmoeid en onuitstaanbaar. Zelfs op vakantie.
Met lege handen thuis
Onze eigen kinderen hadden dit jaar voor het eerst vakantiegeld gekregen. Wel 15 euro. Keurig opgeborgen in een schatkistje werd het geld de eerste dag meegenomen naar de kampwinkel. Ze wisten nog van vorig jaar dat daar heel veel leuks te krijgen was voor kinderen. Maar er was zoveel, dat ze eigenlijk geen keuze meer konden maken. en kwamen met lege handen thuis.
Snoep hoort bij de vakantie
Samen probeerden we te scannen wat ze nu echt nodig hadden. Mijn zoon vond dat hij een waterpistool echt nodig had, want dan kon hij samen met zijn vriendje thuis daarmee spelen. En mijn dochter wilde heel erg graag naar het snoepwinkeltje in het dorp: ‘Ja mam, dat hoort gewoon bij de vakantie hoor. En als ik een zak heb gekocht, hoef ik de hele vakantie niet meer.” Wij stelden voor om nog even te wachten met het uitgeven van het geld totdat ze het echt zeker wisten. Want je kunt het maar een keer uitgeven.
Het wordt een schepnet
En toen ze de volgende dag in alle rust op het strand hadden gespeeld, wisten ze het zeker: het wordt een schepnet. Zodat ze garnalen konden vangen. Ze besloten het samen te kopen en ontdekten dat het schepnet in het dorp vele malen goedkoper was dan in de kampwinkel. Dat werd dus een extra wandeling om geld te besparen. Waarna het schepnet mee ging naar het strand. Ze schraapten ermee over de bodem en vonden allerlei interessante schelpen, krabben, kwallen en… garnalen.
Slechts een eetlepel
Na een middagje vissen ging het emmertje met garnalen mee naar huis, alwaar de garnalen allemaal een naam kregen en werden gewassen. Toen werd het tijd om ze te koken op het campinggasje. Vervolgens werden ze gepeld en ontdekten we dat er toch maar erg weinig over bleef van een middagje vissen: slechts een eetlepel. Maar de garnalen smaakten prima en wij hadden ons heerlijk vermaakt.
’s Avonds zagen we het meisje van de braderie met haar ouders op de camping arriveren. Om te overnachten onder de sterrenhemel: een tent hadden ze niet bij zich. All I want is everything.
Reacties
Een reactie posten