Doorgaan naar hoofdcontent

Opvoedingskramp

“73 procent van de onderzochte groep ouders maakt zich weleens zorgen over het gedrag en de ontwikkeling van hun kind,” lees ik in de krant. Het blijkt uit een onderzoek in opdracht van het tijdschrift J/M onder 600 ouders. Ik lees het voor aan de kinderen tijdens het ontbijt en mijn dochter vraagt met een serieus gezicht: “Mama, vind je het moeilijk om ons op te voeden?”
 
Vind ik opvoeden moeilijk?
Daar moet ik even over nadenken. Over al die keren dat ik ze moet vertellen om hun kamer op te ruimen. Over mijn zoontje die zo heel erg verdrietig was laatst. Over mijn dochtertje die de afgelopen weken in de vakantie wat extra rekenhulp nodig had van ons om weer goed van start te gaan in groep 4. Over de ruzie die ze laatst samen hadden om eigenlijk helemaal niets.
 
Of makkelijk?
Maar ook over het plezier dat we hebben, de gezamenlijke activiteiten en passies. Dat ik nog zoveel van ze kan leren, dat ik ze mag zien ontwikkelen, dat ze steeds zelfstandiger worden. Dat ze zo’n enorm geluk en plezier in zich hebben. Dat ze me helpen te relativeren (want wat is er nou echt belangrijk?) Dat ze zich kunnen verwonderen over kleine dingen. Dat ze me helpen nadenken over wie ik zelf ben en hoe ik zo ben geworden.
 
Ik voed eigenlijk mezelf op
En eindelijk heb ik dan het antwoord op haar vraag: “Eigenlijk vind ik opvoeden heel erg leuk, ik zou het voor geen goud willen missen. Door jullie op te voeden, voed ik mezelf ook weer een beetje op. Want als ik mopper over het opruimen van een slaapkamer, dan ontdek ik dat ik zelf eigenlijk ook een rommelkont ben. En als ik mijn zoon probeer te helpen bij het verwerken van zijn verdriet, ontdek ik dat ikzelf ook verdrietig mag zijn. En als ik met mijn kinderen zoek naar oplossingen voor een conflict, dan steek ik daar ook weer wat van op als ik een conflict heb met een ander.”
 
Confrontatie met jezelf
Dat maakt het tegelijkertijd ook zo lastig, volgens mij. Je wordt geconfronteerd met je eigen valkuilen of die van de andere ouder. En als je daar zelf nog niets mee hebt gedaan, dan kun je daar eigenlijk ook je kind niet bij helpen. Als je zelf faalangst hebt, dan is de kans groot dat je kind dat ook krijgt. En dat het lastig is om hem daarin te begeleiden. Want kun je dan een rolmodel zijn? Datzelfde geldt voor het leren oplossen van conflicten. Als je zelf licht ontvlambaar bent, dan is het des te lastiger als je ontdekt dat je kind vergelijkbaar gedrag vertoont.
 

Als je arm bent dan hebben andere problemen voorrangEn er is nog iets wat het lastig maakt, zo schrijft hoogleraar maatschappelijke opvoedingsvraagstukken Micha de Winter in een interview in diezelfde krant (de Volkskrant, 24 augustus 2010). “De grote bezorgdheid over kinderen is ook typisch een verschijnsel onder hoogopgeleiden. Dat heeft te maken met het bombardement aan informatie waaraan je wordt blootgesteld als je kinderen hebt. Als je arm bent, spelen vragen als: heeft mijn kind ADHD, geef ik hem wel genoeg aandacht, veel minder. Ander problemen hebben dan voorrang.”
 
Opvoeden lijkt wel een project
Een andere interessante maatschappelijke ontwikkeling die hij beschrijft zullen ook veel ouders herkennen: “Een van de problemen is de tijd, of eigenlijk het gebrek eraan. Iedereen is drukdrukdruk, ouders willen alles tegelijk.” “Je kunt zeggen: daar kies je zelf voor, maar ja: de hypotheek moet betaald, de eigen loopbaan moet voorspoedig gaan, en intussen moet je ook nog heel goed voor je kinderen zorgen; dat is bijna ook een project.”
 

Kramp heeft geen zinWat mij in de praktijk opvalt is dat er veel zorgen zijn: gaat het wel goed met mijn kind, wordt hij wel gelukkig, haalt hij wel goede cijfers op school, krijgt hij geen ongeluk? Vanuit die zorgen ontstaat er onzekerheid, een kind is namelijk niet maakbaar. Het enige wat je als ouders kunt doen is goed voor jezelf zorgen. In het Jeugdjournaal gaf een jongen van 11 jaar een goede tip: “Mijn moeder zou gewoon eens een dag kindervrij moeten nemen en doen waar ze echt zin in heeft.” “Dan is ze de volgende dag weer relaxed en maakt ze zich niet meer zo’n zorgen om alles.” Want met zorgen maken over wat er allemaal mis kan gaan, los je uiteindelijk niets op.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj