Drakie lag bij de ingang van de tent te spartelen in de felblauwe emmer, gevuld met water. We hadden hem de vorige dag geintroduceerd bij de afsluiting van de dag. Het verhaal ging over de “meester van de zak rijst”, die de draak kon temmen door zijn eigen angst te overwinnen. Een spannend verhaal uit Japan over heldendom en geloven in jezelf. De kinderen hadden met rode wangen en volle aandacht geluisterd. Onze draak was van plastic, en zou langzaam gaan groeien, naar mate hij langer aan het water bloot gesteld zou worden. “Hoe groot zal hij worden?”, vroeg iemand zich af. “Dat hangt er van af, hoeveel water er in de emmer zit, hoeveel ruimte hij krijgt.”, bracht een ander in. Wij ontdekten gedurende het kamp dat dit niet alleen voor draken gold, maar ook voor kinderen.
De overkant was ver
Op de derde dag besloten ze het meer over te zwemmen. De overkant was ver, het was in het midden van het meer best diep, er stond een stevig windje en de langsvarende bootjes zorgden voor flink wat golfslag. Vol enthousiasme vertrokken ze en vanaf de kant keken wij toe. Halverwege begon ik me zorgen te maken. Met toegeknepen ogen zag ik dat er wat kinderen achterop raakten. Ik telde de hoofden in het water en raakte ook weer de tel kwijt. Is dit nog wel verantwoord?, vroeg ik me bezorgd af. Wat als er straks iemand kramp krijgt? Ik onderschatte hun zelfredzaamheid op dat moment, want daar hadden ze al lang zelf aan gedacht. Achteraf bleek dat ze een grote opblaasband hadden meegenomen en dat iedere “kleine” zwemmer was gekoppeld aan een “grote” zwemmer. Zoon Jerome vertelde ’s avonds aan tafel dat hij regelmatig zich liet afzakken naar de bodem van het meer zodat zijn medezwemmer even kon uitrusten op zijn schouder. Vol bravoure kwamen ze na een uurtje weer terug aan de wal. Ze waren allemaal een stukje groter geworden.
Een mes in de hand
In de middag gingen we aan de slag in de werkplaats. Lekker rustig vijlen, beitelen, snijden, zagen, hakken in ons stuk hout. Niet iedereen had ervaring met dit handwerk en in gedachten zag ik de zaag al uitschieten en het mes in een hand verdwijnen. We gaven wat uitleg over het gebruik van het gereedschap en lieten het vervolgens los. Urenlang waren ze aan het werk. En soms schoot er een zakmes uit, maar dan vonden ze zelf een pleister in de tent om er weer op te plakken. “Ik weet niet wat ik er van moet maken, juf”, kwam iemand regelmatig vertellen. Ik had de neiging om suggesties te geven, het kunstwerk even over te nemen om iets nieuws te proberen. Maar… zo besefte ik: daar worden ze niet groter van. Samen keken we dus nog eens naar het werk, ik stelde een vraag en ze ging weer lekker verder aan het werk. Kunst maken vereist niet alleen creativiteit, maar ook doorzettingsvermogen en zelfredzaamheid. En als dat lukt, voel je je groeien.
Nog niet groot genoeg
Naar mate de vakantie vorderde, ontdekten we dat onze jongste deelnemer ( 7 jaar) in veel opzichten helemaal niet zo jong was en dat de oudste (13 jaar) soms nog heel klein was. De jongste verraste ons op een dag met een prachtig lied. In het midden van de kring, terwijl iedereen naar haar keek, zong ze met een engelenstemmetje over "dat spelen in de natuur veel fijner is dan televisie kijken". En toen we met elkaar een spelletje trefbal speelden, vond de groep het nodig om haar uitleg te geven over de spelregels. Maar uiteindelijk was zij degene die er voor zorgde dat ze het spel wonnen. Een van (de oudste)n kreeg op een dag de verantwoording over de fotocamera. Hij mocht die dag fotoverslag uitbrengen en had er veel zin in. Ik vertelde dat de camera net nieuw was en dat ik hem er de verantwoordelijkheid over gaf. Hij gespte hem met aandacht aan zijn broekriem vast, maar halverwege een spel vond ik de camera op de grond in het natte gras. Hij was hem verloren, en baalde daar flink van. Hij was nog niet groot genoeg om de verantwoordelijkheid voor de camera op zich te nemen.
Ruimte om te groeien
De laatste dag besefte ik dat alle kinderen gegroeid waren, dat we in alle kinderen iets groot(s) hadden ontdekt. Zo bleek er een jongeman te zijn die heel handig was met het vergrootglas en met behulp van de zon voor iedereen mooie teksten in de takken brandde. Ze stonden voor hem in de rij en als de zon even weg was, dan baalden we. Ook bleek er iemand met acteertalent rond te lopen, die haar eigen spel voor ons had bedacht. Er was iemand heel behulpzaam, er kon iemand goed verhalen vertellen, er was iemand die heel goed kon paaldansen, iemand die ontzettend kon genieten van het werken aan het hout, iemand die goed kon zwemmen, iemand die makkelijk vrienden kon maken, iemand die heerlijke boterhammen kon smeren, iemand die zich heel lang schuil kon houden als vlag bij levend stratego, iemand die goeie moppen kon vertellen, iemand die goed in bomen kon klimmen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ze hebben de ruimte gekregen om te groeien – net als de draak – en dan word je vanzelf groot(s).
Reacties
Een reactie posten