Het was stormachtig weer toen wij afgelopen kerstvakantie op Texel vertoefden in ons vakantiehuisje met open haard. “Zullen we een wandeling gaan maken in het bos?”, stelde ik voor. Voorheen was dat een vraag waar enthousiast op werd gereageerd, maar als je 8 bent zeg je met een verveeld gezicht: “Neeee, geen zin, ik blijf wel thuis.” Thuis was dan ook van alles te beleven: er was een open trap waar de meegebrachte knuffeldieren (dat kan dan nog wel als je 8 bent!) leerden bungee jumpen en ’s middags voor de open haard staarden we dromerig in de vlammen en besloten een tekenblok te kopen, om die prachtige vlammen te gaan “vangen” op papier.
Dat was snel geregeld
De keuken was vele malen luxer dan thuis en na een grondige inspectie van het broodrooster “wow, het brood springt er gewoon weer uit”, de sinaasappelpers en de enorme hoeveelheid bakjes, borden en bekers, kregen de kinderen er zin in om ’s avonds voor ons te gaan koken. ‘Wat gaan jullie dan maken?” “Nou gewoon: soep met salade en roerei.” Mijn zoon houdt van soep, mijn dochter van salade en ze houden beiden van roerei. Dus dat was snel geregeld.
Iene miene mutte
Ze kregen een budget mee voor de plaatselijke supermarkt en gingen enthousiast op pad met de boodschappentas in de hand. Er werd flink gediscussieerd over het soort tomaatjes voor in de soep, het stokbrood en de kruidenboter, de eieren. Op de verpakking gingen ze lezen waarvan alles werd gemaakt en waar het vandaan kwam. “Is het wel blogisch mam?” De grootste uitdaging werd het toetje, de keuze is dan ook zo groot en alles is lekker. Zonder iene-miene-mutten kwamen ze er uit en vol trots liepen ze met hun winkelwagen naar de kassa.
Het leek alsof ik mezelf hoorde praten
Waar ze ontdekten dat ze hun budget overschreden hadden. De schrik stond in de ogen. “Wat nu?” Bij nadere inspectie bleek echter dat hun vader een flesje wijn er bij had gezet en de 8 rollen toiletpapier mochten toch ook niet van hun budget komen? Mijn dochter had de pincode van mijn bankpas uit haar hoofd geleerd en ze stopte de pinpas in de automaat alsof ze het dagelijks deed. De code was goed en de boodschappen werden ingeladen: “Nee Rommy, als je de eieren onderin zet, zijn ze stuk voordat we thuis komen.” Het leek alsof ik mezelf hoorde praten.
Loslaten blijft moeilijk
Thuis aangekomen werden wij op de bank voor de open haard gezet en werd de keuken als verboden gebied verklaard. Gelukkig was het een open keuken, zodat we er af en toe een blik in konden werpen. Loslaten blijft moeilijk. Er werd gehakt en gesneden, het vuur werd aangezet en het begon al lekker te ruiken. Ondertussen kwam ‘de serveerster’ vragen of we misschien iets te drinken wilden nuttigen in “hun restaurant”. Een half uur later stond er al een glaasje rode wijn voor ons op tafel. Met daarbij stukjes stokbrood, besmeerd met kruidenboter.
Vlam in de pan
Daar hadden ze zelf ook wel in zin. Onze gastheer en gastvrouw vergaten hun keuken en kwamen er gezellig bij zitten. Het roerei bakte ondertussen aan, waarna mijn dochter besloot om er gewoon wat water bij te gooien. Toen we ontdekten dat onze zoon een halve paprika in de soep had gegooid en de keuken een chaos was, werd het steeds moeilijker om niet in te grijpen. Maar het lukte… gewoon blijven concentreren op de vlammen in de open haard. Dan zie je ten minste niet ‘de vlam in de pan”.
Het was (h)eerlijk!
Alles was weer onder controle, de tafel werd gedekt en wij mochten aanschuiven. “Heerlijk”, zei ik bij de eerste hap van mijn soep. Mijn man was het daar helemaal niet mee eens. Er ontstond een discussie over of je kinderen de hemel in moet complimenteren of de waarheid zeggen en vervolgens samen kijken wat je er van hebt geleerd om het de volgende keer weer een stukje beter te doen. Hij had eigenlijk gelijk. Als het niet lekker is – ook al heeft je kind er zo zijn best op gedaan – dan zeg je dat. Als je kind een tekening heeft gemaakt dan hoef je niet altijd te zeggen ‘geweldig”. Daar gaan ze nog in geloven ook en het zal vele malen lastiger zijn om dan een stapje verder te komen. Mijn kinderen luisterden vol aandacht mee. “Maar het was wel het aller, aller, aller, aller leukste wat we gedaan hebben in de heeeellleeeee, vakantie.”
Reacties
Een reactie posten