Doorgaan naar hoofdcontent

Het is (niet) erg

Wat onwennig zat Jerome, onze zoon van 6 jaar, in de stoel bij de oorarts. Op school was gebleken dat hij niet goed kon horen, dus moest er nu uitgebreid onderzoek worden gedaan. Hij luisterde naar wat piepjes op de koptelefoon en moest op een knopje drukken als hij het piepje hoorde. De arts probeerde hem gerust te stellen als hij een piepje miste: “Het is niet erg.” En als hij het piepje wel had gehoord zei zij: “Wat knap van je!”
 
Taal in de communicatie
De taal in de communicatie met kinderen is erg belangrijk. Wat gebeurt er wanneer je iets gaat doen, wat je nog nooit hebt gedaan en iemand zegt tegen je: “Het is niet erg.” Precies, kinderen pakken het woord erg op. Blijkbaar is er iets wat erg zou kunnen zijn en probeert deze mevrouw mij te vertellen dat het van haar niet hoeft.
 
Je hoeft niet bang te zijn
Een ander belangrijk aspect wat meespeelt in de communicatie is wat je voelt. De emoties (van anderen) die kinderen voelen in een boodschap zijn vaak nog sterker dan de taal die daarmee samen gaat. Als je tegen je kind zegt dat hij niet bang hoeft te zijn voor de blaffende hond, terwijl je dat zelf eigenlijk wel bent. Dan geef je twee boodschappen af: het kind voelt dat jij bang bent en je zegt tegen hem: “Je hoeft niet bang te zijn.’ Het is belangrijk om je bewust te zijn van je eigen taalgebruik, maar ook van je eigen emoties. Kinderen voelen dat feilloos aan.
 
Ik hoef niet doof te worden
Als de leraar op school tegen zijn leerlingen roept: “Wat een kabaal maken jullie. Ik hoef niet doof te worden.’, heeft dat minder effect dan wanneer hij zou zeggen: “Wat een herrie, ik vind het vervelend en ik wil jullie vragen de komende vijf minuten de fluisteren.” Om vervolgens de verschillende gradaties in geluidssterkte met de klas uit te proberen en te ontdekken, welke voor iedereen het meest acceptabel en werkbaar is. Daar kun je zelfs een les aan wijden.
 
Wat gebeurt er?
Van groot belang is in de communicatie – en niet alleen met kinderen – om te beschrijven wat er gebeurt, je eigen gevoel daarbij te verwoorden en vervolgens een positieve suggestie te doen om de situatie te veranderen. De oorarts had bijvoorbeeld kunnen zeggen: “Ik zie dat je veel piepjes kunt horen, daar ben ik blij om. Nu gaan we op zoek naar een oplossing voor de hoge piepjes.”
 
Wees eerlijk
De opdracht aan ouders en opvoeders is tot slot: wees eerlijk tegen je kind. Als je weet dat iets pijn gaat doen of vervelend is, dan kun je hem daarop voor bereiden: “De tandarts gaat nu een gaatje vullen, dat doet waarschijnlijk pijn en daar mag je best om huilen. Het is wel belangrijk om de noodzaak van de ingreep te melden. “De tandarts doet het om jou te helpen.”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev

Hulp van boven

"Hoi, Roos heeft veel indruk gemaakt op mij. Wow! Wel na een hoge sprong van haar paard gevallen. Op haar hoofd. We zitten nu thuis. Erwin." Iedereen gespannen Het was een nogal chaotische dag. Zoon Jerome moest 's morgens voetballen en zou te horen krijgen of hij bij AZ mocht blijven. Wat een grote wens van hem was. Maar, zo hadden we vernomen, slechts 80 procent van de geselecteerde kinderen zou uiteindelijk door mogen. Hij was gespannen. Dochter Rosalie had 's middags haar springwedstrijd, waar ze zich ontzettend op had verheugd. Van Sinterklaas had ze een echt wedstrijdpak gekregen. Alle opa's en oma's zouden komen kijken. Maar ik niet, want precies op deze middag stond er een bijeenkomst met ouders en kinderen op het programma. Op zoek naar beschermengelen Een bijeenkomst waarbij we op zoek gingen naar beschermengelen. Heel toepasselijk voor de tijd van het jaar. En ook voor deze dag, zo bleek later. Een beschermengel is er eigenlijk altijd voor jo

Het lichtje van aandacht

  Daar liepen we, in stilte op zoek naar de schatten in het dorp. Het was al lekker donker en de kinderen van de Aandachts-cursus bekeken de omgeving, alsof ze het nog nooit eerder hadden gezien. Alsof ze met hun ruimteschip waren geland en voor het eerst voet aan wal zetten op de planeet aarde. Natuurlijk hadden we eerst uitgebreid de hemel met elkaar bekeken. En ook al was er een dik wolkendek, er was   toch nog van alles aan te onderzoeken. Met ons lichtje van aandacht. De aandacht verplaatste zich naar de grote regenplas waar een weerschijn van de lantaarnpaal in te zien was. En die lantaarnpaal zelf was ook absoluut het onderzoeken waard. We liepen verder en ontdekten de treurwilg. Spontaan sloeg iemand zijn armen er om heen. En voelden we de zachtheid van het mos. Natuurlijk stopten we onze neuzen ook even in het mos. Bij mij kwam de herinnering op aan de herfstwandelingen in het bos, die ik regelmatig met de hond maakte. En de tocht ging verder. Er was inmiddels een briesj