Doorgaan naar hoofdcontent

Wakker worden meneer

Daar stonden we, midden in het bos. Het was een zwoele zomerse avond en we besloten na het eten nog even met de hond Saar een wandeling te maken rondom de camping. Opeens zagen we een man tegen een boom liggen, vlak naast het wandelpad. Het leek erop of hij lag te slapen en Rosalie besloot naar hem toe te lopen. Al roepend “Meneer, meneer, wakker worden. Er zijn daar allemaal brandnetels, hoor”. Maar deze meneer werd niet meer wakker. Vol afgrijzen zagen we in zijn bovenlichaam een mes gestoken en er zwermden al vliegen rondom zijn hoofd.

Hij was echt doodDe politie en ambulance waren met gillende sirenes snel ter plekke en nadat wij de boom hadden gewezen waar de man lag, vertrokken we naar de camping. Daar zaten we met de kinderen  rond de tafel voor de tent. Iedereen zag lijkbleek en ik bespeurde kippenvel op mijn arm. We staarden wat voor ons uit, hier waren geen woorden voor. Een half uur later kwam een politieagent nog even langs om te vertellen dat de man echt dood was. Hij vroeg of we gebeld wilden worden door Slachtofferhulp, iemand die ons kon helpen om deze traumatische gebeurtenis te verwerken. We besloten eerst maar eens de nacht af te wachten.

Wat voor mes was het dan?’s Avonds in de tent konden we het beeld van de man moeilijk loslaten. En daarbij kwamen allerlei gedachten. Wie is deze man en waarom is hij vermoord? Gaan er nog meer mensen vermoord worden? Waarom in dit bos? Wat was er nu precies gebeurd? Zoon Jerome wilde precies weten wat voor mes het dan was en waar die in het lichaam zat. En of die meneer dat zelf ook had gevoeld. Hij was er niet bij geweest, maar voelde wel aan dat wij flink ontdaan waren door het hele voorval.

Een onrustige nacht
Voor het slapen gaan, gingen we met elkaar yoga doen. In een kringetje. Door de oefeningen kwam de rust terug en konden we de gedachten en beelden loslaten. Dochter Rosalie kroop vervolgens met haar slaapzakje tussen ons in. Die nacht was ze onrustig. Ze draaide en draaide, had het warm en schreeuwde af en toe wat onverstaanbaars in haar slaap. Ik sloeg mijn arm om haar heen en dan werd ze weer wat rustiger. Maar ook ik was onrustig. De gedachten vlogen door mijn hoofd en eigenlijk wilde ik het liefst de volgende dag de tent afbreken en naar huis vertrekken.

Niet meer naar het bos
’s Morgens aan het ontbijt vertelde Rosalie dat ze niet meer het bos in wilde, maar nog wel op de camping wilde blijven. Daar was het immers niet gebeurd. We probeerden het allemaal te relativeren. Hoe groot is de kans dat het nog een keer gebeurd? En laten we wel wezen, in landen waar oorlog is gaan er tientallen of soms honderden mensen per dag dood. Ze ging lekker spelen met de vakantievriendjes en vriendinnetjes, die allemaal vroegen wat er de avond ervoor was gebeurd. Ze hadden de politie en ambulance gezien en gehoord. We hadden afgesproken ons mond er over te houden, het zou alleen maar tot meer onrust leiden op de camping en bij onszelf. En Rosalie hield zich keurig aan de afspraak.

Het goede voorbeeld ’s Middags ging ik het bos in voor een wandeling samen met de hond. Het kon toch niet zo zijn, dat ook ik niet meer het bos in durfde? Ik wilde het goede voorbeeld geven aan mijn dochter. Met trillende knieen deed ik de eerste stappen. In mijn rugzak zat de mobiele telefoon, waarmee ik in geval van nood kon bellen. Achter iedere boom zag ik een man zitten, ik schrok van ieder geluid en hoorde zelfs een sirene in de verte. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en besloot ook weer het pad te nemen, waar we de dag ervoor de man hadden gevonden. Afgezien van wat rood witte afzetlinten en platgetreden gras was er niets van te zien. Saartje de hond bleef wel wat langer snuffelen bij de boom waar de man tegen aan had gelegen.

Opluchting
In de avond kwam de manager van de camping langs met een grote tas vol cadeautjes. Ze luisterde met aandacht en vertelde dat de man in het bos zelfmoord had gepleegd. Hij wilde niet meer leven. Het leek voor ons allemaal een opluchting, dat het geen moord was geweest. De opluchting was des te groter toen Rosalie twee dagen later kwam melden dat ze aan de spooktocht wilde meedoen. Het zou die avond georganiseerd worden In het speelbos. In het donker, langs de plek waar we de man hadden gevonden. “Zal ik meegaan?”, vroeg ik voorzichtig aan haar. “Nee natuurlijk niet, mam, ik ben echt niet bang meer voor spoken hoor!” Een traumatische gebeurtenis is zo groot als je het zelf maakt.

  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt

"En dan ging ik op zaterdagavond na de disco met de bus naar huis. De bus zat vol dronken jongeren. En als ze mij in de gaten kregen, begonnen ze dus te zingen: Rood haar is varkenshaar en varkenshaar dat stinkt." "Wat deed je dan pap?", vroeg dochter Rosalie die vol aandacht zat te luisteren. "Nou, ik zong gewoon mee en deed alsof het niet over mij ging." Ze kroop bij haar vader op schoot en woelde met haar handen door zijn wilde krullen, die helaas niet meer zo rood waren als toen. "Gewoon negeren dus", was haar conclusie. Maar gold dat ook voor Simon de Pimon en Rosie Poepedosie? "Ze noemden me vandaag Simon de Pimon", wist deze jongeman mij te vertellen met een verongelijkt gezicht. En de tranen stonden in zijn ogen. Zijn moeder had mij gevraagd om hem te begeleiden. Hij werd gepest op school en daar leed hij zichtbaar onder. Blijkbaar werd hij geraakt door deze bijnaam, die in mijn ogen nog onschuldig was. Vaak heeft het gev...

En op de gang zijn we.... STIL

  “Ja. We zijn vandaag de boeken aan het inventariseren”, vertelde een hulpmoeder mij terwijl ik een blik wierp in de schoolbibliotheek. Ik zuchtte. “Dat kan wel de hele dag duren, hoor”. Het betekende dus dat ik op zoek moest gaan naar een andere plek in school, waar ik met de kinderen van groep 7 aan de nieuwe 10-weekse lessenreeks “De Kracht van Aandacht” zou kunnen beginnen vandaag. Dan maar het speellokaal. En terwijl ik de deur van de speelzaal open doe, zie ik al dat het vol staat met glijbanen, klimrekken, een trampoline, een evenwichtsbalk en vooral heel veel ballen. De moed zinkt me in de schoenen. “De pedagoog als ruimte”, schiet mij te binnen. Ik besef dat deze ruimte toch wel erg afleiding voor de kinderen is om de kracht van aandacht te gaan ervaren.   Alsof ik in het zwembad was “Het voelde alsof ik in het zwembad was. Heel diep op de bodem. Daar is het zo stil, dan hoor ik alleen nog maar mezelf en het water”, verzuchtte hij na 15 minuten. Ik had de kind...

Mijn kind leert foute dingen op school

  “Eeehhhh, juf, kan ik je even spreken?” Het is vrijdagochtend half negen en ik sta bij de deur om de kleuters te begroeten. Ze mogen kiezen: een high five, een knuffel, een zwaai, een billenbots, een hand. De meeste kinderen wijzen op de poster “de knuffel” aan. Een goed begin van de dag. Maar daar staat dus opeens een vader voor me. Hij kijkt me zorgelijk aan. En vertelt dat zijn zoon sinds kort thuis “fuck you” zegt en zijn middelvinger opsteekt. Dat deed hij anders nooit. “Mijn kind leert foute dingen hier op school…” “Ja dat begrijp ik, maar hij leert het niet van mij!” Vader gaat verder. Dat hij het leert van de grote kinderen, uit groep 3 en ik beloof hem dat ik er vandaag eens extra op ga letten. Terwijl de kinderen in de kring plaatsnemen, gaat de gouden spiegel rond. “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er vandaag met mij aan de hand?” De kinderen kijken om de beurt vol aandacht in de spiegel en vertellen iets over wat ze zien. “Mijn haar is er af, ik ben naar d...