Gehaast kwam ze binnen rennen: dochter Rosalie. Het was maandagmiddag en dat betekende: paardrijles! Terwijl ze samen met haar vriendinnetje aan tafel zat, meldde ze me tussen neus en lippen door: "Mam, ik moest heel hard huilen in de klas." Ik hoorde de bibber in haar stem, maar reageerde niet direct. Waarop haar vriendinnetje aanvulde: "Echt heel erg hoor, ze kon niet eens meer ademhalen." Er viel een verwachtingsvolle stilte. "Ooh", zei ik. En Rosalie vertelde over wat er die ochtend was gebeurd. Ze hadden rekenen en meester had haar een vraag gesteld. ze wist het antwoord opeens niet meer, kreeg het benauwd en moest toen dus heel hard huilen. "Meester begreep het", voegde ze er aan toe en ik besloot het even te laten rusten.
Ik kan niet rekenen
's Avonds bij het naar bed gaan, vertelde ik over al die keren dat ik het antwoord even niet meer wist. Vroeger op school, maar ook nu heb ik nog wel eens een black out. Het lijkt wel of mijn hersenen dan niet meer kunnen werken, ik voel me gespannen en krijg allerlei vervelende gedachten. Toen die keer dat ik in de winkel stond en mijn pincode niet meer wist. En toen ik voor de zoveelste keer mijn rijexamen ging doen en opeens niet meer wist wie er voorrang had op het kruispunt. En dat terwijl ik het al weken had geoefend. "Ik leer het nooit", verzuchtte ik toen ik met mijn instructeur terug reed. En ook Rosalie bleek last te hebben van blokkerende gedachten. Dat ze niet kon rekenen, dat iedereen haar zou uitlachen en dat meester haar wel dom zou vinden.
De gedachte overwonnen
"Ik kan niet tekenen", vertelde de jongeman die tegenover me zat. Hij had het gloednieuwe oliepastelkrijt in zijn hand en staarde naar het stuk papier voor hem. Een diepe zucht. "Als je daarvan overtuigd bent, dan zal het ook zo zijn in jouw beleving", vertelde ik hem. "Misschien kun je nog niet zo goed tekenen als Van Gogh en leg je de lat voor jezelf te hoog?" En ik vertelde dat veel mensen niet eens aan tekenen beginnen, omdat ze niet in staat zijn dat wat ze zien om zich heen op papier te zetten. "Maar wat zou er gebeuren als je het resultaat en je oordeel daarover eens loslaat?" En we besloten om zomaar wat te tekenen, dat nergens op mocht lijken. Lijntjes, cirkels, krullen, stippen. En langzaam werd de tekening gevuld. Hij had zijn gedachtenkronkel, dat hij niet kon tekenen, overwonnen.
Je kunt het nog niet
Mij lukte dat ook afgelopen zomer toen mijn zoon voorstelde om te gaan schaken. "Dat kan ik niet hoor, dat vind ik veel te moeilijk." En eigenlijk had ik ook nog het idee dat schaken meer iets voor jongens was. "Je kunt het nog niet", hoorde ik hem zeggen. En samen gingen we op internet zoeken naar informatie over schaken. Over de koning en de koningin en de loper. Over het paard die gekke sprongen mocht maken. We kregen er steeds meer lol in. En nadat we een aantal schaakpartijen hadden nagespeeld, gingen we voor het "eggie". Middagen hingen we boven het schaakbord. 's Morgens voor het ontbijt, tussen de middag en dan ook nog een partijtje voor het slapen gaan. Wij kunnen nu schaken, niet als de beste, maar we kunnen een partijtje spelen. En ook ik had een gedachte overwonnen: dat ik niet kon schaken.
Zou dat ook gelden voor kinderen?
"Onze hond kan niet tegen vuurwerk", vertelde mijn vriendin. Bibberend lag hij in onze woonkamer met oudejaarsavond. een gezellige Friese stabij met zachte oren en lieve hondenogen. Hij mocht komen logeren, omdat we verwachtten dat het vuurwerk wel mee zou vallen. Naast hem lag onze hond Saar, een beetje te snurken. Ze had nog een avondwandeling gemaakt en de rotjes en vuurpijlen werden naast haar afgevuurd. Het deerde haar niets. Terwijl ik naar de logeerhond zat te kijken, vroeg ik me af hoe het toch komt dat de ene hond zo bang is voor vuurwerk en de andere niet. Ik had gelezen dat een hond vooral reageerde op hoe zijn omgeving om ging met zijn angst. Als je hem heel erg troosten en gerust stellen, werkte dat alleen maar averechts. Zou dat ook gelden voor kinderen die bang zijn om een fout antwoord te geven aan de meester, of kinderen die bang voor de cito-toets, of om een tekening te maken? Of bij volwassenen die niet kunnen schaken?
Ik leer kinderen dat ze iedere keer zelf de keuze kunnen maken: de kronkelgedachte met de angst aanpakken, of er voor weglopen. Wat voelt beter?
Ik kan niet rekenen
's Avonds bij het naar bed gaan, vertelde ik over al die keren dat ik het antwoord even niet meer wist. Vroeger op school, maar ook nu heb ik nog wel eens een black out. Het lijkt wel of mijn hersenen dan niet meer kunnen werken, ik voel me gespannen en krijg allerlei vervelende gedachten. Toen die keer dat ik in de winkel stond en mijn pincode niet meer wist. En toen ik voor de zoveelste keer mijn rijexamen ging doen en opeens niet meer wist wie er voorrang had op het kruispunt. En dat terwijl ik het al weken had geoefend. "Ik leer het nooit", verzuchtte ik toen ik met mijn instructeur terug reed. En ook Rosalie bleek last te hebben van blokkerende gedachten. Dat ze niet kon rekenen, dat iedereen haar zou uitlachen en dat meester haar wel dom zou vinden.
De gedachte overwonnen
"Ik kan niet tekenen", vertelde de jongeman die tegenover me zat. Hij had het gloednieuwe oliepastelkrijt in zijn hand en staarde naar het stuk papier voor hem. Een diepe zucht. "Als je daarvan overtuigd bent, dan zal het ook zo zijn in jouw beleving", vertelde ik hem. "Misschien kun je nog niet zo goed tekenen als Van Gogh en leg je de lat voor jezelf te hoog?" En ik vertelde dat veel mensen niet eens aan tekenen beginnen, omdat ze niet in staat zijn dat wat ze zien om zich heen op papier te zetten. "Maar wat zou er gebeuren als je het resultaat en je oordeel daarover eens loslaat?" En we besloten om zomaar wat te tekenen, dat nergens op mocht lijken. Lijntjes, cirkels, krullen, stippen. En langzaam werd de tekening gevuld. Hij had zijn gedachtenkronkel, dat hij niet kon tekenen, overwonnen.
Je kunt het nog niet
Mij lukte dat ook afgelopen zomer toen mijn zoon voorstelde om te gaan schaken. "Dat kan ik niet hoor, dat vind ik veel te moeilijk." En eigenlijk had ik ook nog het idee dat schaken meer iets voor jongens was. "Je kunt het nog niet", hoorde ik hem zeggen. En samen gingen we op internet zoeken naar informatie over schaken. Over de koning en de koningin en de loper. Over het paard die gekke sprongen mocht maken. We kregen er steeds meer lol in. En nadat we een aantal schaakpartijen hadden nagespeeld, gingen we voor het "eggie". Middagen hingen we boven het schaakbord. 's Morgens voor het ontbijt, tussen de middag en dan ook nog een partijtje voor het slapen gaan. Wij kunnen nu schaken, niet als de beste, maar we kunnen een partijtje spelen. En ook ik had een gedachte overwonnen: dat ik niet kon schaken.
Zou dat ook gelden voor kinderen?
"Onze hond kan niet tegen vuurwerk", vertelde mijn vriendin. Bibberend lag hij in onze woonkamer met oudejaarsavond. een gezellige Friese stabij met zachte oren en lieve hondenogen. Hij mocht komen logeren, omdat we verwachtten dat het vuurwerk wel mee zou vallen. Naast hem lag onze hond Saar, een beetje te snurken. Ze had nog een avondwandeling gemaakt en de rotjes en vuurpijlen werden naast haar afgevuurd. Het deerde haar niets. Terwijl ik naar de logeerhond zat te kijken, vroeg ik me af hoe het toch komt dat de ene hond zo bang is voor vuurwerk en de andere niet. Ik had gelezen dat een hond vooral reageerde op hoe zijn omgeving om ging met zijn angst. Als je hem heel erg troosten en gerust stellen, werkte dat alleen maar averechts. Zou dat ook gelden voor kinderen die bang zijn om een fout antwoord te geven aan de meester, of kinderen die bang voor de cito-toets, of om een tekening te maken? Of bij volwassenen die niet kunnen schaken?
Ik leer kinderen dat ze iedere keer zelf de keuze kunnen maken: de kronkelgedachte met de angst aanpakken, of er voor weglopen. Wat voelt beter?
mooi om deze krinkels te lezen: ik hoor ze dagelijks van mijn kinderen en voel ze zelf ook wel eens- ben benieuwd hoe deze kronkels omgevormd kunnen worden tot opbouwende gedachten!
BeantwoordenVerwijderen
BeantwoordenVerwijderenDat is het verschil tussen de Ojee-gedachte en de Oke-gedachte. Ojee-gedachten komen automatisch, Oke-gedachten kun je voor kiezen. En dan aanpakken! Door alles te doen wat je eigenlijk niet durft.