De papegaai en de koolmees leefden samen in het vogelrijk. Met nog heel veel andere vogels. Vogels die goed konden zingen, vogels die niet alleen konden vliegen, maar ook konden zwemmen, vogels die heel sterk waren, vogels die heel slim waren, vogels die heel mooi waren. Iedere vogel had zijn eigen kwaliteiten en de een was daar wat meer van overtuigd dan de ander.
Ik daag je uit
Zo vertelde de papegaai aan iedereen die het wilde horen dat hij “de grootste, sterkste en beste” was van alle vogels en hij daagde ze uit om met hem een wedstrijd te doen: wie het allerhoogste kon vliegen. De uil vertelde dat hij net had gegeten en dat er nog een uilenbal dwars zat, de specht had niet zo best geslapen, het roodborstje was wat verkouden. Iedere vogel had wel een smoes om niet de wedstrijd met de papegaai aan te gaan.
Zo vertelde de papegaai aan iedereen die het wilde horen dat hij “de grootste, sterkste en beste” was van alle vogels en hij daagde ze uit om met hem een wedstrijd te doen: wie het allerhoogste kon vliegen. De uil vertelde dat hij net had gegeten en dat er nog een uilenbal dwars zat, de specht had niet zo best geslapen, het roodborstje was wat verkouden. Iedere vogel had wel een smoes om niet de wedstrijd met de papegaai aan te gaan.
Ik wil het wel proberen
Totdat het koolmeesje zachtjes tjilpte: “ik wil het wel proberen”. De andere vogels keken verbaasd op, de papegaai moest heel hard lachen. “Jij?” “Je bent daar echt veel te slap voor.” Het koolmeesje trok zijn vleugeltjes op en deed net of hij dat laatste niet had gehoord. Hij was wel niet zo sterk en groot, maar had een plan.
Totdat het koolmeesje zachtjes tjilpte: “ik wil het wel proberen”. De andere vogels keken verbaasd op, de papegaai moest heel hard lachen. “Jij?” “Je bent daar echt veel te slap voor.” Het koolmeesje trok zijn vleugeltjes op en deed net of hij dat laatste niet had gehoord. Hij was wel niet zo sterk en groot, maar had een plan.
Ik tel wel af
De wijze uil telde af en de vogels vertrokken. Hoewel, het leek wel of alleen de trotse papegaai de lucht was in gegaan. Waar was het koolmeesje gebleven? De papegaai vloog hoger en hoger, tot boven de wolken, bijna in de hemel. Hij keek naar beneden, zwaaide naar de andere vogels. Die hem aanmoedigden en toejuichten. Toen hij toch wat vermoeid werd, maakte hij een duikvlucht naar beneden. Het was genoeg geweest, hij had toch gewonnen en was de “grootste, sterkste en beste”.
De wijze uil telde af en de vogels vertrokken. Hoewel, het leek wel of alleen de trotse papegaai de lucht was in gegaan. Waar was het koolmeesje gebleven? De papegaai vloog hoger en hoger, tot boven de wolken, bijna in de hemel. Hij keek naar beneden, zwaaide naar de andere vogels. Die hem aanmoedigden en toejuichten. Toen hij toch wat vermoeid werd, maakte hij een duikvlucht naar beneden. Het was genoeg geweest, hij had toch gewonnen en was de “grootste, sterkste en beste”.
Ik vlieg een stukje verder
Maar wat hij in zijn hoogmoed over het hoofd had gezien, was dat het koolmeesje onder zijn vleugels was meegelift en net op het moment dat de papegaai besloot vanwege de vermoeidheid naar beneden te vliegen, maakte het koolmeesje zich los en vloog nog een stukje verder. De papegaai had niets door, nam de felicitaties van de andere vogels in ontvangst. Totdat hij even naar boven keek en daar het koolmeesje zag vliegen, vele malen hoger dan waar hij ooit was geweest.
Maar wat hij in zijn hoogmoed over het hoofd had gezien, was dat het koolmeesje onder zijn vleugels was meegelift en net op het moment dat de papegaai besloot vanwege de vermoeidheid naar beneden te vliegen, maakte het koolmeesje zich los en vloog nog een stukje verder. De papegaai had niets door, nam de felicitaties van de andere vogels in ontvangst. Totdat hij even naar boven keek en daar het koolmeesje zag vliegen, vele malen hoger dan waar hij ooit was geweest.
Ik heb geleerdOok het koolmeesje landde en hij werd hartelijk ontvangen door de papegaai. “Wow, wat ben ik blij dat jij met mij deze wedstrijd wilde aangaan. Jij hebt me geleerd om niet te veel hoogmoed te hebben en rekening te houden met de kwaliteiten van iedereen. “ En ook het koolmeesje was dankbaar: “Door jou heb ik mijn (vlieg)angst overwinnen, heb ik iets gedaan wat ik nooit had gedurfd en heb ik ontdekt dat ik ook ergens goed in ben. Gewoon proberen en dan zie je wel waar je uitkomt”
Ik weet niet of het gaat lukkenDit verhaal met een moraal vertel ik de kinderen wel eens tijdens de les. Wanneer het alleen maar gaat over winnen en verliezen, of waar een ander zo goed in is, of wanneer kinderen iets niet durven. Je kunt op drie manieren reageren op nieuwe uitdagingen: “Oh makkie, ik ben toch heel goed” (zoals de papegaai) “Oh nee, dat lukt me nooit en trouwens ik heb ook buikpijn” (zoals alle andere vogels in het vogelrijk) of “Ik weet niet of het me gaat lukken, maar ik ga het gewoon proberen” (zoals het koolmeesje).
Ik zit op schoolOok op school zijn er kinderen die heel goed in rekenen zijn, of in taal, of in gym. Mijn eigen dochter kon toen ze 6 was net bedenken dat 5 + 3 misschien wel 8 was. Maar als ik haar vroeg hoeveel 3+5 dan was, begon ze diep te zuchten. “Dat weet ik echt niet”. Haar tweelingbroer schudt met gemak alle rekensommen uit zijn mouw. Maar mijn dochter heeft nu al “geleerd te leren”. Dat je met gebruik van je andere kwaliteiten en veel doorzettingsvermogen iedere keer een stukje verder komt. Net als het koolmeesje eigenlijk.
Reacties
Een reactie posten